Sinds een aantal jaren verzamel ik manuscripten (akten en charters) van voor 1800, in de onderstaande lijst een eerste overzicht van de (ca. 100) stukken die ik in mijn bezit heb, beschrijving van de rest volgt:
Nr. | Datum | Omschrijving | Zegels & notities | |
1 | ca. 1405 | Brief van Henric vander Leck, heer van Heeswijk, aan burgemeesters van Antwerpen over een mislukt verdrag tussen de genadige vrouw en de heer van Beyeren. | Afkomstig uit een veiling bij Van Stockum 1927; Orig. papier, 1 blad, geschonden. | |
2 | 1429 | Huwelijkse voorwaarden Frederic van Erde en Rixen Bernds zuster van Vurden. Huwelijksvrienden voor Frederic: Willem under Swanenborch, Johan van Zuelen, Johan van Erde en Gherit van Elze. Voor Rixen: Ludolph van Vurden, Jacob van Hekern, Herman van Twiclo en Dijrck van Slo. O.a. goederen te Borculo. | Charter op perkament met 9 zegels, waarvan 7 afgevallen/restant en 2 licht beschadigd | |
3 | (15)23 | Charter op perkament | ||
4 | 20.5.1524 | Wij Derick Vaex ind Peter Ruijss schepenen te Grave tugen dat vor den Richter ind voir ons als int gericht comen sijn Alijt Ruijss in Margriet Ruijss gesusteren ellick mijt sijnen gecoren momber die oen myt recht ind etc. | Schepenbrief van Grave, Charter op perkament, 1 zegel, wapen ongeschonden, randschrift afgesleten | |
5 | 28.7.1529 | Magescheid Jan van Wijngaerden Goedschalx z en zijn zuster Joffrou Cristina, n.a.v. het overlijden van hun vader. Oom is Willem Oem van Wijngaerden ridder. Ook zegelt oom Ijsbrant Oem van Wijngaerden en zwager Jan van Almonde. Tante is Joffrou Hillegont van Bosschuijsen, weduwe van Gielis van Oestende. Verder wordt genoemd Joost Quekel Heynrich zoen. NB Godschalk Oem van Wijngaarden, zoon van Jan Oem van Wijngaarden en Catharina van Egmond, was gehuwd met Margaretha Boschhuijsen | Charter op perkament, 4 zegels, 2 afgevallen, 1 zwaar beschadigd (Oem van Wijngaarden) en 1 licht beschadigd. | |
6 | 3.6.1611 en 29.5.1677 | 2 aan elkaar gehechte koopbrieven van het huis ‘de Gouden Sleutel’ de oorkonde uit 1611 opgemaakt door … Maertz …. en Jan Jacobsz Stoop en de oorkonde uit 1677 opgemaakt door Johan van Egmont van der Nyenburch en Adriaan Baart schepenen in Alkmaar. 1677: Verschijnt Cornelis van Heijmenberch als last procuratie hebbende van Maria Rijp, dochter ende eenige erffgenaem van Jan Paulus Rijp zal, die een zoone was van Paulus Cornelisz Rijp etc. verkoopt het huis aan Warnaar Garbrant Smith etc met verwijzing naar de oorkonde van 3.6.1611. | Perkament met zegelstempel van 12 stuiver en een vrij compleet lakzegel, met randschrift: SIGILLU[M] ANTONY TILMANN .VI…, 2 zegels afgevallen. | |
7 | 13.6.1629 | Voor de schepenen van Utrecht, transport van het huijs op de runneboen van Anna van Varick wed van Joncker Gijsbregt van Hardenbroek 13 juni 1629 aan de Heer Raadtsheer Nijpoort. Notaris Antonis van Deuticum is machtigt door Anna van Varick, wed van Jr Gijsbrecht van Hardenbroek en haar onmondige zoon Jr. Gijsbrecht van Hardenbroek, verstrekt door Jr. Arnout van [Rede] heere tot Emmickhuijsen en Joffrouw Walburch van Hardenbroeck sijne huijsvrouwe des voorn Jr Gijsbrechts voordochter. Geschiedt voor Jr. Henrick Valckenaer, heere tot Duckenborch Portengen & schout, Johan van Weede, Johan Antoins Wtenwael, Johan Floriss vander Nijpoort, Cornelis van Poll, Philips Ram, mr. Godert van Daell, Peter van Lingen, Dirck van Volthuijsen, Gijsbert en Floris de Goijer, Schepenen t’Utrecht | Charter op perkament, zegel afgevallen; achterzijde: Transportbrieff vant huijs op de runneboen van Anna van Varick, wed van Joncker Gijsbregt van Hardenbroek 13 junii 1629 aan de Heer Raadtsheer Nijpoort. | |
8 | 1631-1644 | Processtukken: Mechteld van Gendt, huisvrouw van wijlen jonker Corsten Pieck. Erflaterse Johanna van Gendt, haar zuster, eiseres Mechteld van Gendt en de nicht van de erflaterse: Catharina van Gendt. Johanna van Gendt, geboren te Utrecht, wonende in Brabant, heeft in 1625 een testament laten opstellen in Antwerpen, Daarin benoemt zij niet haar zuster Mechteld van Gendt tot universeel erfgename, maar haar nicht Catharina van Gendt, de dochter van haar broer. Mechteld maakt bezwaar tegen de gang van zaken. Bij de erfenis behoort namelijk een leengoed, een zogenaamd ‘Thiend’, dat op de Veluwe in de provincie Gelderland gelegen is en dat Johanna van Gendt in 1590 was verleend door middel van een octroy, door Montzima, de proost van St. Jan te Utrecht. Mechteld van Gendt eist dit tiend op en bovengenoemde adviseurs (Jo. Kelffken, J. Glimmer en Gos, van Steenler) voeren daarbij de volgende redenen aan: Johanna van Gendt heeft tijdens haar leven geen gebruik gemaakt van het betreffende thiend. | 2 stukken op papier, 1e stuk folio 303-322, 2e stuk pagina 1-11. Mechteld van Gent, overleden/begraven 21.10.1644, d.v. Hendrik van Gent, heer van Gendt en Erlecom en Catharina Uiteneng. Gehuwd met Costen (Walravens) Pieck, heer van Wolfswaard van Muiswinckel, overleden 29.7.1634 en begraven 31.7.1634 te Utrecht, z.v. Walraven Walravens Pieck en Judith Berntse van Wees | |
9 | 2.6.1637 | Brief van Otto baron de Gent, Wesel den 2 Junij 1637 achterzijde Baron de Gent angesent Deutz un Beeck eheleuth. Missive von Joh.. Pallandt ahngesent die Jagtgerichtigkeit Wolgeborender insonderss welgeliebter her Vetter. Auss beijghender rechnung und obligation haben E.L. welcher gestalt Wilhelm Duijtsch und Maria van beeck eheleute 8br den 12 januarij sechs hundert dreij und zwantzigh mihr mit sieben hundert funfzehn gulden hollandischer wehrungh verh etc | Papier, omslag | |
48 | Familie van Scherpenzeel Heusch. Bijgaande stukken zijn afkomstig uit een recentelijk (2024) geruimd notarieel archief in België. De stukken vertonen grote verwantschap met het archief Familie van Scherpenzeel Heusch, 1386-1896 (toegang 16.1109) bij het Historisch Centrum Limburg, te Maastricht. Enkele tientallen stukken worden nog beschreven. | |||
A | Afferden | |||
48.1 | 15.5.1724 | Conditie en voorwaerde waer naer de hoogh Edel wel gebor heer Geeraerd Noorbaerd van Scherpenseel, heer van Mierlo en Dreumel etc wil d’pagts vierde halve merg: weijlant genaemt de mons kemp gelegen in de kerspel van Aefferden etc. Voor de periode van zes jaar. Met de handtekeningen van pachter Hermen Willems en zijn borgen Tonnis Aris en Jan Jansen Jochems | Omslag papier, met aantekeningen van de ontvangsten van de pachten. | |
48.2 | 12.1.1728 | Kwitantie voor de verponding van Afferden voor de heer Geeraerdt Noorbaerdt van Scherpeseel, heer van Mierlo en Dreumel over het jaar 1726 van 2 morgen en 4 ¼ hont | Papier, met handtekening van de ontvanger J.V. Mulickom | |
48.3 | 13.4.1729 | Kwitantie voor de verponding en dorpslasten van Afferden voor de heer Geraardt Noorbaart van Scherpeseel heer van Mierlo en Dreumel, 2 morgen en 4 ¼ hont de monskamp | Papier, met handtekening van de ontvanger J.V. Mulickom en Derck Jansen | |
B | Heerlijkheid Dreumel 1687-1734 (voorlopige nummering) | |||
48.4 | 6.4.1687 | Kwitantie voor Gerhard van Scherpenzeel, heer van Dreumel | Papier | |
48.5 | 6.5.1695 | Kwitantie voor de heer van Dreumel wegens zijn vader zaliger voor de jaren 1691, 1692, 1693 en 1694 | Papier | |
48.6 | 5.3.1697 | Kwitatie voor de heer van Scherpenzeel, heer van Dreumel, voor het maken van een kist | Papier | |
48.7 | 7.3.1697 | Verzoek van Gerardt Norbert van Scherpenzeel, heer tot Dreumel, inzake de erfenis van zijn vader. Met het akkoord op het verzoek | Papier, omslag | |
48.8 | 13.3.1697 | Verschillende overzichten met afrekeningen: conditie ende voorwaarden hier naer beschreven soo is van meijninge den hoogh welgeb Heer Geerard Norbart van Scherpenzeel, heer van Dreumel, vooght ende momber van sijne minder jarige broederen en suster te verkopen op den 13 mert 1697 peerden, beesten, vullens en voorts alderhande meubelen soo van huijs reats etc. Hierna een lange lijst met namen van mensen die iets hebben gekocht met het bedrag erbij. | Papier, 3 beschreven bladen, Testament van mijn vader saliger approbatie van den officier om erhuijs te moogen over verdeijlingh onder de vier kinderen van alle het overige geset. Autorisatie van den officier omtrent den onmundige bo.. de verdeijlingh van tsgereet en overhooren en sluijtte der Reekeningh van de Heer van Dreumel | |
48.9 | 27.3.1697 | Kwitantie voor de heer van Dreumel voor het laten halen diverse produkten (brood, beschuit, zeep etc.) bij het huis van Maria Bosch | Papier | |
48.10 | 27.3.1697 | Kwitantie van Wouter Aeflen(?) voor Gerrit van Scherpenzeel, heer van Dreumel | Papier | |
48.11 | 27.3.1697 | Rekening voor Gerit van Scherpenzeel, heer tot Dreumel wegens de dorpssettinge van het jaar 1695 | Omslag papier | |
48.12 | 1.4.1697 | Kwitantie van Marie Bosch voor de dochter van de heer van Dreumel | Papier, met de handtekening van Maria Bosch | |
48.13 | 4.4.1697 | Rekening tussen Gerrit van Scherpenzeel, heer van Dreumel, en de scholtis over de jaren 1693-1697 | Papier | |
48.14 | 6.4.1697 | Inventarislijst aangeleverd door Gerhardt van Scherpenzeel, heer van Dreumel, als voogd en momber voor zijn minderjarige broers en zuster, van de gerede goederen van zijn vader zaliger Gerhardt van Scherpenzeel, heer tot Dreumel. Onderaan: mijn present Francisca Isabella Inge Niulandt | Omslag papier, de lijst is gericht aan Jacob van Randwijck, heer van Gameren en ambtman en richter van Maas en Waal en de stadhouder Johan van Balveren | |
48.15 | 8.4.1697 | Rekening voor Gerrit van Scherpenzeel, heer van Dreumel over betaalde lasten over de jaren 1686-1696, vermelding van diverse personen: Jan van Beusecom, Reijnier Janse | Omslag op papier, met de handtekening van Gerrit Aertss, scholtus. Achterzijde: Reeckeninge voor de scholtus Gerit Aertsen tegen den heer van Dreumel | |
48.16 | 18.4.1697 | Kwitantie van Willem Huijgen | Papier, met de handtekening van Willem Huijgen | |
48.17 | 22.4.1697 | Rekening van Anna van der Heijden voor de heer van Dreumel 1696-1697 | Papier, pampiere hoorende to den inventaris en Erfhuijs reeck | |
48.18 | 26.5.1697 | Kwitantie voor de door de heer van Dreumel betaalde verpondingen over de jaren 1688-1692. Betalingen door Christoffel Vanderlinge en Cornelis Aelberts | Omslag papier | |
48.19 | 14.6.1697 | Kwitantie voor de betaling aan Gerdt Tonisse wegens die 2 morgen uijterweerd onder Echtelt gelegen toebehorende aan de heer van Dreumel | Papier | |
48.20 | 13.1.1698 | Kwitantie van griffier voor drie sententien van de erfgenamen van de Heer van Dreumel tegen de heer Ingenuland | Papier | |
48.21 | 15.11.1699 | Reeckening voor Aert Geeritss Scholtis tegen den hoogh welgeb heere van Dreumel over de jaren 1689-1697 | Papier | |
48.22 | 10.2.1733 | Gerrardt Norbert van Scherpenzeel pandt de rechten, bij de ontvanger Petrus de Leuw, met de scholtus van het kerspel Alphen F.W. Versteegh op de goederen van Bernardus de Grundt, Jan Robben en Peter Dircx Mulder onder het kerspel Alphen | Omslag papier | |
48.23 | 4.8.1734 | Kwitantie door Antonis van Ijsseldijk voor G.N. van Scherpenzeel, heer tot Dreumel voor de verponding wegens Bungens broek onder Ewijk, groot 18 morgen en voor een bouwhof te Wijchen groot 35 morgen | Stuk op papier met handtekening van Antonis van Ijsseldijk | |
C | Zoelen | |||
48.24 | 5.5.1661 (drie en t’sestich olden stijts) | Geurdt Janss Cock en Grietje van Wijck echtelieden zijn schuldig aan Melchior de Cock van Oppijnen 600 Caroli gulden en geven als onderpand: 3 morgen in de heerlijkheid van Zoelen in de Neder-Betuwe. 5.5.1671, Geurt Jans Cock en Grietje van Wijck lenen additioneel 200 gulden van Johan de Cock van Oppijnen. | Omslag papier, beide verklaringen zijn ondertekend door Guert Janss de Goch prietion van Wijk | |
48.25 | 5.3.1690 | Scholtus Bernhard Cock en Magdalena van Berniger, weduwe en boedelhoudster van heer Johan de Cock van Oppijnen, laatst getrouwd met heer Jacob van Dorth, inzake 3 morgen weiland in de heerlijheid Zoelen, met vewijzing naar de obligatie van 5.5.1663 | Omslag papier: Cap 800 gl op Guert Jans de Cock No 26 | |
D | Mierlo | |||
48.26 | 24.11.1709 | Publicatie van de merckt dag van Mierlo | Omslag papier | |
E | Heerlijkheid Geldrop | |||
48.27 | 14.8.1810 | Rekening van Johan van der Maesen over de administratie van den molen in de heerlijkheid Geldrop, gelegen zijnde een water koorn, boekwijt, olie en vermolen, met de goederen, en renten gelegen in de meijerije van s: bosch, en competerende aan Hoog wel gebore freul B:J: baronesse de Heusch van de Zangerije etc etc, over de jaaren 1808 en 1809, stellende eerts den onfan, en daar na de uitgave, alle in hollands guld. | Papier, 3 bladen, achterzijde: de rekenin van Mijn heer van der Maesen 1810 ontfangen | |
F | Zangerije | |||
48.28 | 1.10.1782 | Conditien en voorwaerden op de welke de Hoog Wel geboore Baronesse van Scherpenzeel vrije vrouwe van Mierlo, Hout en Broeck, vrouwe van Zangrije, Gellick en Eijgenbilsen, Dreumel en Westeram etc etc verpagt mits en bij deezen aen den zeer eerzamen Johan Martinus Stes ende Elisabeth Kreijns Eghte luijden haer HW Winninge van Zangrije bestaende in de volgende perseelen. | Papier, 3 bladen, achterzijde: Conditie van den pachten van Zangerije; geteekent op het Casteel van Zangrije, De Br: van Scherpenzeel Douairiere De Heusch van Zangrije, Joannes Martinus Stes, Eliesabet Kruijns |