Dr. W. Jappe Alberts heeft diverse Lobithse tolrekeningen getranscribeerd. Enkele tolrekeningen zijn gepubliceerd en van anderen zijn getypte transcripties beschikbaar bij het Gelders archief. De rekening van het jaar 1404/1405 is gepubliceerd in Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 (1967).
De Gelderse landsheren uit de latere Middeleeuwen beschikten over belangrijke
inkomsten uit tolheffing op de grote rivieren binnen hun gebied: Rijn, Waal, IJssel
en Maas. Een aanzienlijk deel van deze tolinkomsten werd uit de Rijntol te Lobith
verkregen. Lobith, een naam, die in de Nederlandse geschiedenis door sommigen
verbonden wordt aan de Bataven, die naar een niet onbekende, maar daarom nog
niet juiste periodisering onzer vaderlandse historie in het jaar 100 vóór Christus bij
Lobith ons land binnengekomen zouden zijn. Door anderen wordt bij het noemen
van de naam Lobith gedacht aan de komst van de Franse troepen in 1672, die bij
Lobith de Rijn overstaken. Minder bekend, maar meer reëel is de betekenis van
Lobith als Rijntol in de 14e, 15e en 16e eeuw, toen – gelijk dat ook tegenwoordig
het geval is – de Rijnschippers, die hetzij stroomopwaarts, hetzij stroomafwaarts,
Lobith naderden, aldaar hun reis moesten onderbreken om – tenzij zij daarvan in
bijzondere gevallen vrijgesteld waren – de aan de overheid in verband met de doorvoer
van goederen verschuldigde bedragen te voldoen, alvorens zij hun reis konden
voortzetten. Omtrent de bijzonderheden van de tolheffing te Lobith door de Gelderse
landsheren in de latere Middeleeuwen worden wij vrij goed ingelicht door de jaarlijkse
rekeningen en verantwoordingen van de in het tolhuis te Lobith gevestigde
vertegenwoordiger van de Gelderse landsheer: de tollenaar. Een aantal exemplaren
daarvan wordt in het Rijksarchief te Arnhem bewaard; zij vormen helaas geen
volledige serie, maar de bewaard gebleven rekeningen geven toch een vrij duidelijk
beeld van de gang van zaken bij de tolheffing en van het beheer van de ontvangen
gelden.
Het is merkwaardig, dat aan de tolrekeningen, zowel aan die van de tol te Lobith
als aan die van de overige Gelderse riviertollen, betrekkelijk weinig aandacht
geschonken is. Afgezien van nogal summier gebruik, dat G. van Hasselt en I.A.
Nijhoff van deze rekeningen gemaakt hebben, is het eigenlijk voor het eerst J.C.
Westermann geweest, die in 1939 meer aandacht aan deze waardevolle geschiedbronnen heeft gegeven1. Zijn editie van de rekeningen der
Gelderse riviertollen in het jaar 1394/95 was een eerste bijdrage tot het onderzoek
van deze historiebron, die – gelijk hierna zal worden aangetoond – niet slechts
betekenis heeft voor de economische geschiedenis, maar ook voor de politieke
geschiedenis en voor de landsheerlijke bestuursgeschiedenis. Sinds de editie van
Westermann is wel herhaaldelijk op de grote betekenis van de Gelderse landsheerlijke
tolrekeningen gewezen2, maar tot een uitvoerig onderzoek of tot een volledige uitgave
van de bewaard gebleven rekeningen is het nog niet gekomen. De Commissie voor
de Rijks Geschiedkundige Publicatiën had er geen belangstelling voor, en de
vereniging ‘Gelre’, die er wèl belangstelling voor had, was financieel niet in staat
een volledige editie tot stand te brengen.
Zo bleven deze rekeningen met haar belangrijke gegevens omtrent de verschillende
facetten der Gelderse geschiedenis in de latere Middeleeuwen vrijwel onbenut in de
archieven berusten. Dit is te meer te betreuren, omdat deze rekeningen niet slechts
voor de bestudering van de Gelderse geschiedenis van belang zijn3. Immers, de door
het Gelderse gebied stromende rivieren, Rijn, Waal, IJssel en Maas, waren ook
toegangswegen tot Overijssel, Utrecht, Holland, Zeeland en Limburg en afvoerwegen
uit genoemde gebieden naar stroomopwaarts van het Gelderse gebied liggende streken.
Publikatie en bewerking van deze bronnen zou alleen daarom reeds een zaak van
belang voor de historische onderzoekingen betreffende de Nederlandse geschiedenis
zijn. Maar ook voor streken buiten Nederland, met name voor de Rijnstreken
stroomopwaarts van Lobith, zijn de rekeningen betreffende de Gelderse riviertollen
van zeer groot belang, o.m. omdat zij het beeld van de economische situatie aldaar
aanvullen en ook omdat zij – en dit geldt vooral voor de rekeningen van Lobith –
elders niet of nauwelijks beschikbare gegevens met betrekking tot de politieke
geschiedenis der Nederrijnse territoria bevatten. Dat het belang van deze rekeningen
1 J.C. WESTERMANN, De rekeningen van de landsheerlijke riviertollen in Gelderland 1394/1395
(Werken van de vereeniging ‘Gelre’, 21), Arnhem 1939.
2 O.m.doorJ.F.NIERMEYER,O v e r h e t h a n d e l s v e r k e e r t u s s e n h e t R i j n l a n d ,
G e l r e e n H o l l a n d i n h e t l a a t s t d e r v e e r t i e n d e e e u w , in: Tijdschrift
voor Geschiedenis, 55 (1940), p 29.
3 Vergelijk W. JAPPE ALBERTS, Geschiedenis van Gelderland, I, ‘s-Gravenhage 1966, p. 165.
door Duitse historici wordt ingezien, blijkt o.m. uit het voornemen om in een Duitse
bronneneditie betreffende de tolheffing aan de Rijn, de Gelderse tollen te betrekken.
De rekeningen van de tol te Lobith moeten beschouwd worden als zelfstandige
onderdelen van de algemene rekening van de ‘overste rentmeester van Gelre en
Zutphen’, ook al zien zij er uit als op zich zelf staande verantwoordingen van de
tollenaar. Zij omvatten niet alleen de nauwkeurige en gedetailleerde opgaven van de
inkomsten uit de tolheffing met het totaal aan ontvangen tolgelden, maar ook
specificaties van andere hierna te vermelden inkomsten. Voorts zijn in deze rekeningen
verantwoord alle uitgaven, die de tollenaar verrichtte op bevel van de landsheer of
van diens tot het geven van betalingsopdrachten bevoegde ambtenaren; uitgaven van
sterk uiteenlopende aard en omvang, waaruit o.m. duidelijk blijkt, dat deze rekeningen
ook van belang zijn voor de kennis van de algemene bestuursvoering in het territorium
en van tal van details uit het dagelijks leven en van de praktijk van de riviervaart,
inbegrepen de weersomstandigheden en de invloed daarvan op het verkeer.
Merkwaardig is ook een groot aantal uitgavenposten, die ons als het ware het beeld
geven van wat men een middeleeuws hotelbedrijf voor landsheerlijke ambtenaren
op dienstreis zou kunnen noemen.
Uit deze summiere mededelingen en uit de hierna te geven nadere toelichtingen
blijkt reeds, dat het minder juist zou zijn aan de rekeningen van de tol te Lobith
uitsluitend aandacht te besteden voorzover deze de inkomsten uit de tolheffing
betreffen; ook de overige delen van de rekeningen verdienen in beschouwing genomen
te worden, en in een eventuele editie betrokken te worden. Een eerste lezing van de
hierna uitgegeven rekeningen is reeds voldoende om deze vooropstelling te bevestigen
en duidelijk te maken, dat – voorzover het bij de rekeningen van de tol te Lobith gaat
om gegevens van economische aard – zowel de inkomstenposten als de uitgavenposten
van belang zijn, en voorts dat met name de laatstbedoelde groep van posten van
betekenis is voor de bestudering van de politieke en sociale geschiedenis. Het bezwaar
van een editie, die alléén de inkomsten uit de tolheffing vermeldt, behoeft na het
voorafgaande wel nauwelijks nadere toelichting. Dat bezwaar is overigens van
dezelfde orde als het bezwaar tegen een excerptsgewijze of fragmentarische editie
van stadsrekeningen, waar een excerperende methode eveneens tot een uiterst
subjectieve, waardevolle gege-
vens verwaarlozende keuze leidt, een keuze, die ook de waarde van de bron als geheel
aantast4.
Om misverstand uit te sluiten zij hieraan toegevoegd, dat deze opmerkingen niet
de bedoeling hebben de verdiensten van Westermanns publikatie te verkleinen; die
publikatie beperkt zich weliswaar tot de eigenlijke tolontvangsten, maar doordat zij
die ontvangsten ook voor de overige Gelderse tollen in hetzelfde jaar (1394/’95)
geeft, verschaft zij een althans op één jaar betrekking hebbend eerste overzicht van
de inkomsten van het geheel der Gelderse riviertollen, en tevens een nuttige
vergelijkingsmogelijkheid. Zolang een volledige editie van de bewaard gebleven
rekeningen van de tol van Lobith en van de overige Gelderse riviertollen ontbreekt,
zal men zich met deze en dergelijke – als voorstudies te beschouwen – publikaties
tevreden moeten stellen. Een zodanig karakter heeft ook de hier geboden editie, op
grond waarvan ook slechts voorlopige conclusies mogelijk zijn. Een volledig beeld
zal eerst verkregen kunnen worden, zodra een groter aantal rekeningen van de
Lobithse tol uitgegeven en bestudeerd is, en daarbij ook de rekeningen van de overige
Gelderse Rijntollen zijn betrokken. Tot een dergelijke editie worden voorbereidingen
getroffen.
Gelijk reeds aangeduid zijn de rekeningen van de Lobithse tol gesplitst in de
verantwoordingen van de inkomsten enerzijds, en van de uitgaven anderzijds. Als
inkomsten worden vermeld de eigenlijke tolgelden, de opbrengsten van de tot het
‘Tolhuys’ – gelijk het in de rekeningen genoemd wordt – behorende landerijen en
weerden, en van andere onroerende goederen, alsmede diverse toevallige baten. Als
uitgaven worden vermeld de uitkeringen aan de landsheer op rekening van de
ontvangsten, de betalingen aan de rechthebbenden op een aandeel in de tolgelden,
de kosten van het verblijf op het ‘Tolhuys’ van de landsheer, van zijn gemalin, van
hun gevolg, van de in landsheerlijke dienst reizende ambtenaren en van bevriende
landsheren uit aangrenzende territoria, bijv. van Berg, van Kleef en van Meurs, wier
bezoeken verband hielden met Gelderse en Gulikse aangelegenheden. Voorts worden
uitgaven verantwoord, die verband houden met de bezoldiging van het personeel van
het ‘Tolhuys’ en de toekenning van toelagen. Ten-
4Vergelijk W. JAPPE ALBERTS, M i t t e l a l t e r l i c h e S t a d t r e c h n u n g e n a l s
G e s c h i c h t s q u e l l e n , in: Rheinische Vierteljahrsblätter, 23 (1958), p. 75-96.
slotte vindt men onder de uitgaven vermeld: bodelonen, veerlonen, aanschaf van
bouwmateriaal, arbeidslonen, aankoop van levensmiddelen, onderhoudskosten van
gebouwen en van andere onderdelen van het ‘Tolhuys’, met inbegrip van
voorzieningen voor de oeverbeveiliging, en voor aanleg en onderhoud der hoofden
en van het paalwerk, dat o.m. diende voor het afpalen van de vaarroute ten behoeve
van de tolheffing. Reeds deze opsomming van de belangrijkste rubrieken toont de
grote verscheidenheid van gegevens, die deze rekeningen te bieden hebben.
De zetel van de Lobithse Rijntol was het kasteel Lobith, in de rekening meestal
‘Tolhuys’ genoemd. Dat wij met een kasteel in de zin van een verdedigbaar,
omvangrijk stenen gebouw te maken hebben, blijkt uit de rekeningen overduidelijk.
Niet alleen wordt herhaaldelijk gesproken van een ‘voorburcht’, maar ook van wakers
en met harnas en armborst gewapende knechten, die het ‘Tolhuys’ moesten
beschermen in tijd van onrust en vete. Bovendien wijzen de uitgaven voor de
ontvangst van gasten er zonder enige twijfel op dat het ‘Tolhuys’ herhaaldelijk de
hertog, zijn gemalin of een aanzienlijk aantal gasten met hun gevolg moest herbergen.
Een bescheiden behuizing kan het middeleeuwse ‘Tolhuys’ niet geweest zijn.
Een onderdeel van het ‘Tolhuys’ was de ‘tolkamer’, een naam, die in het
tegenwoordige Lobith weer in gebruik gekomen is voor het kantoor van de
Nederlandse douane. Die ‘tolkamer’ was het eigenlijke domein van de tollenaar en
zijn ondergeschikten. Het personeel van de tol bestond uit een tollenaar, een
‘besyerre’, een tolschrijver en enige tolknechten. De ‘besyerre’ was de ambtenaar,
die met het onderzoek en het vaststellen van de scheepsladingen belast was. De
tollenaar stelde aan de hand van het toltarief de voor de geconstateerde lading
verschuldigde tol vast en voerde de administratie van de ontvangen tolgelden met
behulp van de tolschrijver. Hoe simpel dit beheer der tolgelden ook op het eerste
gezicht moge lijken, het was in werkelijkheid minder eenvoudig omdat de
verantwoording van de tolgelden slechts een onderdeel van de gehele Lobithse
administratie vormde, die – gelijk wij zagen – ook nog andere inkomsten en bovendien
een groot aantal uitgaven omvatte.
De rekeningen van de tol te Lobith zijn ons overgeleverd in de vorm van
rentmeestersrekeningen, waarin de bovenbedoelde tolontvangsten als inkomsten
worden opgenomen door de met betrekking tot het geheel der Lobithse inkomsten
en uitgaven rekenplichtige ambtenaar, die wij derhalve moeten beschouwen als een rentmeester wiens financiële bemoeienissen veel meer omvatten dan de inning van tolgelden. De vraag doet zich daarom voor of wij in Lobith te doen hebben met twee functionarissen,
een rentmeester en een tollenaar, dan wel alléén met een tollenaar, die tevens
rentmeester was. Dit laatste is het geval o.m. omdat zowel uit de hier uitgegeven als
uit andere rekeningen blijkt, dat de tollenaar rekenplichtig is voor het gehele complex
van inkomsten en uitgaven.
Bij de interpretatie van verscheidene posten van de Lobithse rekeningen dient men
er aan te denken, dat het ‘Tolhuys’ in de Middeleeuwen aan de linkeroever van de
Rijn lag, derhalve in de Betuwe. De Rijn stroomde toenmaals in een oostelijke bocht
langs Neder-Elten en vandaar in noordwestelijke richting naar Arnhem; de rivier
stroomde dus tussen Neder-Elten en het tegenwoordige Lobith door in het bed van
de zogenaamde Oude Rijn. Vlak vóór het ‘Tolhuys’ splitste zich de Waal af, zodat
dit ‘Tolhuys’ juist op de splitsing van Rijn en Waal lag. Sedert het graven van het
zogenaamde ‘Pannerdens Kanaal’ stroomafwaarts van Lobith en het dichtslibben
van de Oude Rijn bij Neder-Elten lag het ‘Tolhuys’ aan de rechteroever van de Rijn.
De middeleeuwse situatie van Lobith blijkt uit de rekeningen zeer duidelijk, bijv. uit
de herhaaldelijke vermeldingen van betaalde veergelden voor het oversteken van de
Rijn als men zich van het ‘Tolhuys’ naar Neder-Elten wilde begeven.
Het ‘Tolhuys’ beheerste dus tegelijkertijd de vaarweg langs de Rijn en de Waal.
Men zou hier wellicht van een vaargeul kunnen spreken, want verscheidene
rekeningposten wijzen er op, dat de rivier bij het ‘Tolhuys’ door paalwerk werd
versmald, zodat een betrekkelijk smalle doorgang werd verkregen, die contrôle op
het verkeer vergemakkelijkte en de schepen dwong om langs de ‘Tolhuys’-oever te
varen. Overeenkomstige afsluitingen zijn ook van elders bekend5. Bovendien beschikte
men op het ‘Tolhuys’ nog over een klein oorlogsschip, ‘baerdse’ in de rekeningen,
dat de controle versterkte en dat bovendien nog dienst deed om de hertog en zijn
gevolg naar Arnhem of naar Hattem te vervoeren. Het nemen van dergelijke
preventieve maatregelen was niet overbodig, want de nog nauwelijks door
5 Vergelijk W. JAPPE ALBERTS, G e l d e r s – K e u l s e b e t r e k k i n g e n i n d e j a r e n
1460-1465, in: F.H.J. DIEPERINK e.a., Studiën betreffende de geschiedenis van Oost-Nederland
van de dertiende tot de vijftiende eeuw (Bijdragen I.M.G., 26), Groningen 1953.
bedijkingen in toom gehouden rivier kon vooral in de winter een aanzienlijke breedte
verkrijgen, zodat een watervlakte ontstond, waarop soms slechts met deskundige
hulp gevaren kon worden. Over deze situatie en de daaruit voortvloeiende gevolgen,
verschaffen de rekeningen ons een levendig beeld.
De inkomsten uit de tolheffing zijn nauwkeurig en gespecificeerd verantwoord.
Het ‘toljaar’, dat zowel langer als korter kon zijn dan 52 weken, is verdeeld in
maanden van vier weken. Aan het einde van elke maand is de som van de ontvangsten
in de vier telkens van zondag tot zondag lopende weken gegeven. De ontvangsten
in elke van deze vier weken zijn afzonderlijk opgegeven, gedateerd en getotaliseerd,
zodat men een duidelijk beeld van een ‘tolweek’ verkrijgt.
In een inleiding tot de editie van enkele rekeningen uit een omvangrijke serie is
het uiteraard niet mogelijk, op alle problemen waarvoor deze tekst ons stelt uitvoerig
in te gaan; met enkele summiere aanduidingen moet hier worden volstaan. Allereerst
doet zich de vraag op, op welke wijze de voor diverse artikelen en goederen
verschuldigde tol berekend werd. Het is weliswaar duidelijk, dat dit op basis van een
toltarief geschiedde, maar dit tarief is ons niet overgeleverd. Wil men het leren
kennen, dan moet het uit de posten van een groot aantal rekeningen gereconstrueerd
worden. Voor produkten als wijn, zout en haring, is dit betrekkelijk eenvoudig, omdat
de omvang van de vervoerde partij meestal wordt opgegeven. Men kan derhalve
berekenen, hoeveel voor een voeder wijn, voor een last zout en voor een last haring
betaald moest worden. Voor andere goederen ligt de zaak minder eenvoudig omdat
daarvoor de hoeveelheden meestal niet aangegeven zijn en er slechts vermeld is:
‘tonvisch’, ‘groenvisch’, ‘buckinc’, ‘hout’, ‘kalen’, ‘cannen’ etc. Voor dergelijke
goederen moet men dus zoeken naar de min of meer zeldzame vermeldingen van
een bepaalde hoeveelheid. Daarmede is men er echter nog niet, want in een tarieflijst,
die men op deze wijze zou construeren, zou nog geen rekening gehouden zijn met
de tolverlichtingen en tolbevrijdingen. Uit een zeer groot aantal posten zouden deze
grotendeels teruggevonden kunnen worden, waarbij het nodig zou zijn de tolprivileges
van de bij de Rijnhandel betrokken steden in het onderzoek te betrekken.
Een eerste beschouwing van de posten der hier uitgegeven rekeningen leert reeds,
dat de tolreducties voor producten als wijn, zout en haring aanzienlijk waren. Het
onderzoek betreffende de toltarieven geeft gelegenheid tevens vast te stellen welke goederen in het Rijnverkeer opgenomen waren, en eveneens om na te gaan in welke mate dit bij
benadering het geval was. Daarbij zal onderscheid gemaakt moeten worden tussen
goederen die stroomafwaarts, en goederen die stroomopwaarts gevoerd werden. Tot
de eerste groep behoorden o.m. wijn, aardewerk (‘kannen’), ijzer, glas, hout,
natuursteen, molensteen, steenkolen en verschillende soorten van vruchten (appelen,
noten, kastanjes), tot de tweede groep behoorden o.m. zout, haring, stokvis, bokking,
diverse soorten zoetwatervis (brasem, snoek), boter, kaas en bier. Voorts waren er
producten, die in beide richtingen vervoerd werden, bijv. tarwe en rogge, terwijl
bijzondere vissoorten als zalm en ‘velgen’ (een soort forel, die tegenwoordig nog in
het meer van Konstanz gevangen wordt) alléén stroomafwaarts vervoerd werden.
Ook met betrekking tot de specificatie van de in de middeleeuwse Rijnhandel
opgenomen goederen geldt dat een nader onderzoek aan de hand van een groot aantal
posten nodig is om een zo scherp mogelijke scheiding tussen de in het opgaande en
het neergaande verkeer vervoerde goederen te kunnen vaststellen. Daarbij zal in het
bijzonder aandacht gegeven moeten worden aan de posten waarin verschillende
goederen tezamen vermeld worden.
Belangrijk is het uiteraard, eveneens de in de tolrekeningen vervatte gegevens te
gebruiken om herkomst en bestemming der vervoerde goederen vast te stellen.
Daartoe kunnen slechts in beperkte mate de in een aantal posten vermelde, met
plaatsnamen identieke persoonsnamen dienen omdat het niet zeker is, of die namen
als plaatsnamen dan wel als familienamen beschouwd moeten worden. Daarbij komt
nog iets anders, namelijk de onzekerheid omtrent de qualiteit van de in de posten
genoemde personen. De vraag is namelijk of de aldaar vermelde personen de
vervoerders of schippers, dan wel de eigenaren der ladingen zijn. Behalve in de
gevallen waarin deze beide qualiteiten in één en dezelfde persoon verenigd waren,
zal het antwoord op deze vraag van belang kunnen zijn voor het onderzoek naar
herkomst en bestemming der vervoerde goederen. Ook dit antwoord zal eerst op
grond van een groter aantal rekeningen verkregen kunnen worden, waarbij o.m.
nagegaan dient te worden in hoeverre er namen vermeld zijn waarvan met zekerheid
kan worden vastgesteld, dat het de namen van de eigenaren der ladingen zijn. In de
gevallen, waarin een kerkelijke instelling of een in een andere qualiteit dan schipper
bekend wereldlijk persoon in de post vermeld wordt, is de conclusie niet moeilijk. Er is ook nog een ander criterium voor de beoordeling van de vraag of men met de schipper of de
eigenaar te doen heeft, namelijk de frequentie waarin een bepaalde naam voorkomt:
grote frequentie of snelle opeenvolging van dezelfde naam maakt het minder
waarschijnlijk, dat wij met een schipper te doen hebben in die gevallen, waarin in
de tussenliggende dagen de te veronderstellen reizen bezwaarlijk voltooid konden
zijn. Een en ander is te controleren omdat alle posten gedateerd zijn.
De zojuist aangeduide situaties met betrekking tot de vraag: eigenaar of schipper,
komen herhaaldelijk voor, zodat mag worden aangenomen, dat in een niet onbelangrijk
deel van de posten inderdaad de namen van de eigenaren der vervoerde goederen,
dus van de kooplieden vermeld zijn. Het antwoord op de hier behandelde vraag is
vooral van belang om gegevens te verkrijgen voor een inzicht in de economische
betekenis van de bij de Rijnhandel betrokken steden en streken. Daarom is het nodig
aandacht te schenken aan de omstandigheid, dat in de tolrekeningen bij een groot
aantal posten waarin de betaling van tol wordt verantwoord, in margine een
plaatsnaam is aangeduid, o.m. Doesburg, Nijmegen en Emmerik. In deze edities zijn
die namen telkens vóór de betrekkelijke posten cursief tussen () gedrukt. De betekenis
van deze vermelding kan zijn, dat de in de post vermelde goederen eigendom van
een koopman of ander ingezetene van de in margine aangeduide stad waren. Indien
deze veronderstelling juist is, dan zouden wij omtrent herkomst of bestemming van
de in een groot aantal posten vermelde goederen geïnformeerd zijn. Voor de juistheid
van deze veronderstelling pleit de omstandigheid, dat juist in de gevallen waarin in
margine een plaatsnaam is aangeduid, een reductie van de te betalen tol plaatsvindt.
Maar ook hier moet een over meer rekeningen uitgestrekt onderzoek zekerheid geven.
Omtrent de overige inkomsten moet allereerst worden vastgesteld, dat de daarop
betrekking hebbende posten nuttige gegevens bevatten omtrent de prijzen van
akkerbouwproducten: tarwe, haver, boekweit, erwten, gerst etc.
Voorts leveren deze posten een bijdrage tot de kennis van prijzen van producten
als rijshout, en van de levering daarvan aan derden. In dit verband dient er op gewezen
te worden, dat een vergelijking met overeenkomstige posten uit de rekeningen van
de Gelderse steden het inzicht in de prijzen van agrarische producten als de hier
genoemde en de verhandeling daarvan kan versterken. Ditzelfde geldt ook voor een groot aantal van de uitgavenposten, die tal van bijzonderheden omtrent prijzen van levensmiddelen en materiaal bevatten.
De afdeling waarin de uitgaven zijn verantwoord begint met de vermelding van
het nadelig saldo van het voorafgaande jaar; daaraan is toegevoegd een aantal posten
betreffende betalingen aan de hertog en aan derden uit diversen hoofde, alsmede
reiskosten van de rentmeester, kledingtoelagen voor het personeel, vergoedingen aan
de geestelijkheid voor het lezen van de mis, betalingen voor zalm en wijn bestemd
voor de hertogelijke tafel, het vervoer daarvan etc. Onder een afzonderlijk
rekeningshoofd zijn gebracht de uitgaven voor de reizen van de landsheer en zijn
gemalin, de kosten van het verblijf van raden en vrienden van de landsheer te Lobith
en de daarmede samenhangende uitgaven als veergelden, onderhoudskosten van
paarden, geschenken aan dienstpersoneel, kosten van herberging van gasten buiten
het ‘Tolhuys’, kosten van approviandering van gasten die na een kort verblijf te
Lobith in hun schip verder reisden etc. De hier bedoelde posten zouden op zichzelf
reeds een afzonderlijke beschouwing verdienen, omdat zij een belangwekkend beeld
geven van het dagelijks leven in een landsheerlijke burcht, die tegelijk tolplaats en
pleisterplaats voor de landsheer en zijn ambtenaren was. Het komen en gaan van
belangrijke en minder belangrijke gasten, het onderbrengen van deze lieden en hun
gevolg, het verzorgen van het gezelschap met spijs en drank, het verwarmen en
verlichten der kamers, het verzorgen van het linnengoed, en al dergelijke zaken doen
denken aan een soort hotelbedrijf waarvan de overheid de in de rekening nauwkeurig
verantwoorde kosten draagt. Die kostenopgave is op haar beurt weer een bijdrage
tot de geschiedenis van lonen en prijzen.
Een zodanige bijdrage geven ook de meeste posten, die veelal onder het hoofd
‘van alrehande saken’ samengevat zijn. Onder dit hoofd vindt men soms ook op
zichzelf staande bijzonderheden, die van elders bekende gegevens kunnen aanvullen
of bevestigen, bijv. de aanwezigheid van een ophaalbrug, van een bakkerij en van
een herberg buiten het ‘Tolhuys’. Ook omtrent het onderhoud van de in de rivier
aangelegde hoofden en van de voor de dienst op het ‘Tolhuys’ nodige schepen,
bevatten de rekeningen rijkelijk gegevens. Het slot wordt gevormd door de
recapitulatie van ontvangsten en uitgaven, de vaststelling van het saldo en de
aantekening omtrent het afhoren der rekening door de landsheer en zijn raad.
De beide hier uitgegeven rekeningen bevinden zich in het Rijksarchief te Arnhem:
Hertogelijk Archief, nr. 722 en nr. 723. Zij maken deel uit van een serie van 22
vijftiende-eeuwse tolrekeningen van Lobith. De eerste rekening van deze serie betreft
het jaar 1401, de tweede en de derde rekening, die hier uitgegeven worden, betreffen
de jaren 1404/’05 en 1408/’09; de rekeningen over de tussenliggende jaren ontbreken.
De rekeningen zijn geschreven op papier van kwartoformaat. De rekening over
1404/’05 omvat 51 bladen; de bladzijden 1r, 1v, 29v-39v, 50v-51v zijn blanco. Op de
voorzijde van de perkamenten omslag staat: Deric Gyskenss Lobede van Paesschen
anno quarto thent Invocavit anno quinto. De rekening over 1408/9 omvat 48 bladen;
de bladzijden 1r, 1v, 46v, 47r, 48r en 48v zijn blanco. Op de voorzijde van de
perkamenten omslag staat: Computacio Wolteri de Elborch de telonio in Lobede van
Pinxsten anno VIII0 thent Margarite anno X0.
Aan de teksten der rekeningen zijn toegevoegd indices van namen van personen
en van geografische namen.
In verband hiermede is de annotatie tot het hoogst noodzakelijke beperkt, mede
om herhalingen en voortdurende verwijzingen te voorkomen.
Tolrekening van Lobith 1404/1405
fol. 2r
Upboren Dericx Dericxsoens van der toll toe Loebede aengaende in den jaer van
viertienhondert und vier des sonnendages opten heyligen Paeschdach dat was die
leeste dach behalven een van den meert
Item soe ist toe weten dat Deric vurscreven mynren genedigen here schuldich bleef
van dat hi meer opgeboert heeft dan hy uytgegeven heeft in synre lester rekeningen
94 sc. 6 old gr.
Summa per se
des sonnendages opten heyligen Paeschdach nyet
(Emmeric) des dinsdages Arnt Clover 4 voder1 1 sc. 11 gr.
des wonsdages Andries Wermoes van garenscheyen 2 sc. 6 gr. Quade Lodekijn
van wiin und droge vaet 11 sc.
(Arnem) des donredages Teelman in den Have 3½ voder 8 sc. 2 gr.
(Arnem) Johan Buedman 11 voder 24 sc. 8 gr.
des vridages Johan Doret van garenscheien 4 sc. 3 gr.
(Nymegen) Maes Heess van haveren 3 gr.
(Nymegen) des saterdages Jacop Michiel 6½ voder 3 sc.
Herman Worm van wiin und molensteen 11 sc.
(Doesburg) Heyn Bond 3½ voder 2 sc. 7 gr.
Gerit van Loetbergen van salt 1 sc.
Summa huius septimane 69 sc. 13 gr.
fol. 2v
des sonnendages Quasimodo nyet
des manendages Johan Jorys van plagael 1 sc. Deric Loerenweert van wiin und
leyen 9 sc.
des dinsdages nyet
des wonsdages nyet
des donresdages nyet
(Rijn) des vridages Herman Butenpoert 3½ voder 10 sc. 5½ gr.
(Rijn) des saterdages Johan Voet 4 voder 12 sc.
1 Wanneer alléén vermeld is ‘voder’, dan heeft men in het algemeen te doen met het vervoer
van wijn, soms is bier bedoeld.
Summa huius septimane 32 sc. 5½ gr.
fol. 3r
des sonnendages Misericordia Domini Deric Dyerken 1½ voder 4 sc. 7 gr.
(Rijn) Johan in den Garyen 2½ voder 7 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Stephen van Bokelweerd van plagael und meyvissch 11 gr.
(Emmeric) des manendages Witte Willem van molensteen und leyen 3 sc.
des dinsdages Johan van der Wenyngen van wiin und kannen 3 sc. 10 gr.
Heyn Bond van meyvissch 10 gr.
(Nijmegen) des wonsdages Nonder van Lent van haveren 5½ gr.
(Emmeric) Arnt Clover van salt 6 gr.
(Nijmegen) Gosen Remboltsoen 11½ voder 5 sc. 2½ gr.
(Rijn) Deric Doennewalt 3½ voder 10 sc. 3 gr.
(Rijn) Lambert van Vliterden 6 voder 17 sc.
des donresdages Stephen Sleddinc van wiin 2 sc. 6 gr.
Bruen van Wanem van salt haveren und wick 2 sc.
des vridages nyet
(Rijn) des saterdages Peter Alofssoen van wiin quernen und boerd 15 sc.
(Nijmegen) Heyn van Loer van haveren 1 sc. 2½ gr.
Summa huius septimane 74 sc. 1 gr.
fol. 3v
(Rijn) des sonnendages Jubilate Walcart van Wynsem 3½ voder 10 sc. 5½ gr.
Arnt van der Lawick van vissch 10 gr.
(Nijmegen) des manendages Arnt die Roed van pack 5 gr.
Johan Brugman van garenscheiden 10½ gr.
Geerloch van Andernaeck van molensteen un dgarenscheien 6 sc.
des dinsdages Cornelis van appel und kannen 5 gr.
des wonsdages nyet
(Wael) des donresdages Johan Bucelman 50 salts und van haveren 7 sc. 6 gr.
Johan Jorys van vissch 1 sc. 4 gr.
(Nijmegen) des vridages Herman Wynter 6½ voder 3 sc.
Evert Wittensoen van kremerien 2 sc.
Reynken van Neyl van wiin und kannen 8 sc. 7 gr.
(Wael) Johan van den Riin 9 doerganck holts und kernkolts 25 sc.
Henric Calf van holt 3 sc.
(Wael) Herman Adel 2 doerganck holts 4 sc. 2 gr.
des saterdages Hans Heydkenssoen van pack und edic 3 sc. 6 gr.
Willem van Rynn van appelen 5½ gr.
Summa huius septimane 76 sc. 12½ gr.
Summa mensis primi 253 sc. 5 old gr.
fol. 4r
des sonnendages Cantate Johan van Roekel 20½ voder 55 sc. 4 gr.
Johan Geritssoen van visschen 7 gr.
Stephen van Bokelweerd van visschen 7 gr.
des manendages Willem Gadertssoen van haveren 8 gr.
(Nijmegen) des dinsdages Gerit van den Ham van callic 9 gr.
(Rijn) Jopart van wiin und pack 9 sc.
(Rijn) des wonsdages Deric Bersse 9½ voder 25 sc.
des donresdages nyet
des vridages Henneken Vreed Alofssoen van wiin und kannen 12 sc.
(Rijn) Deric van der Marck 7½ voder 21 sc.
Henric die Clein van gewande 1 sc.
(Nijmegen) Willem Lambertssoen van haveren 11 gr.
des saterdages nyet
Summa septimane huius 126 sc. 5½ gr.
fol. 4v
des sonnendages Vocem Jocunditatis Deric Doemenwalt van wiin und dragevaet
5 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Stephen Bokelweerd van plagael 11 gr.
(Nijmegen) Jacop Cnop van haveren 10 gr.
des manendages Peter Scuerken van haveren 5½ gr.
(Wael) Deric die Witt 3 voder bier 5½ voder Nymegen1 9 sc. 8 gr.
(Wael) des dinsdages Johan die Witt 14 voder 32 sc. 8 gr.
des wonsdages nyet
(Nijmegen) des donresdages Herman Goetgesel 6½ voder 3 sc.
Henneken aver den Wech van wiin und kannen 9 sc.
des vridages Hubert Vogel van wiin und dragevate 11 sc.
Gheerloch van Andernaeck van haveren 1 sc.
des saterdages nyet
Summa septimane huius 73 sc. 6 gr.
fol. 5r
des sonnendages Exaudi Ott van Lent van vederen 6 gr.
Johan Heidkenssoen van scollen 1 sc.
(Nijmegen) Johan Gadertssoen 5 voder 2 sc. 4 gr.
des manendages Tys Heidkenssoen van wijn 2 sc. 3 gr.
Johan Geritssoen van botter und pack 1 sc.
(Wael) des dinsdages Johan ten Wal 10 voder 23 sc.
des wonsdages Craeinley van salt und haveren 6 gr.
(Nijmegen) Goesen Remboltssoen 300 haveren 2 sc. 7½ gr.
(Emmeric) des donresdages Witte Willem 100 salts und van haveren 6 sc. 6 gr.
des vridages nyet
(Nijmegen) des saterdages Willem van den Dick van wiin und edic 2 sc. 7 gr.
Gerit van Ael 11½ voder 26 sc. 10 gr.
Summa septimane huius 68 sc. 9 gr.
fol. 5v
des sonnendages opten heiligen Pincxstdach Willem Heidkenssoen van kannen
6 gr.
Arnt van der Lawick van vissch 10 gr.
des manendages Herman Ab van haveren 5½ gr.
(Nijmegen) des dinsdages Jacop Cnop 5½ voder 2 sc. 7 gr.
(Wael) Henric Wittinck 4½ doerganck holts 10 sc. 5½ gr.
(Rijn) Herman Woest 7½ doerganck holts 22 sc.
(Rijn) Henric Doerinck 4½ doerganck holts 12 sc. 6 gr.
1 ‘Nijmegen’ geeft vermoedelijk de bestemming aan, vandaar ook het lagere tarief. Dergelijke
aanduidingen komen ook met betrekking tot andere plaatsen voor.
des wonsdages Werner Snepart van haveren 10 gr.
(Rijn) des donresdages Deric Berck 10½ voder 27 sc. 10 gr.
(Doesburg) Cleric van Doesborch 6½ voder 3 sc. 4 gr.
(Nijmegen) des vridages Willem Heidkenssoen van haveren 8 gr.
des saterdages Peter Alofssoen van scollen und botter 2 sc.
Herman Worm van weyt und molensteen 7 sc.
Summa huius septimane 90 sc. 4½ gr.
Summa mensis secundi 358 sc. 11½ gr.
fol. 6r
des sonnendages octava Pentecostes Kep van holt 7 gr.
des manendages Henneken aver den Wech van haveren 5½ gr.
(Nijmegen) des dinsdages Deric van den Rijn 10½ voder 4 sc. 7 gr.
(Bomel) Henric van Hesel van wiin 1 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Jacop Scriver van haveren 2 sc. 2 gr.
Reynken van Nyel van wiin und quernen 6 sc.
(Nijmegen) Evert van Stadem 5½ voder 2 sc. 6 gr.
des wonsdages Johan Brugman van salt 6 sc.
des donresdages nyet
(Nijmegen) des vridages Johan Geritssoen van haveren 5 gr.
Peter Haessenaer van molensteen quernen und kannen 11 sc.
Jacop van de Riin van holt 3½ gr.
(Nijmegen) Willem Lambertssoen 2½ verdel salts 2 sc. 6 gr.
des saterdages Gerit van der Heyden van stael 6 sc.
Summa huius septimane 43 sc. 4½ gr.
fol. 6v
(Wael) des sonnendages nae Sacramenti Herman Wynter 5 voder 11 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen 50 salts und van haveren 3 sc. 7 gr.
Herman Butenpoert van wiin und leyen 4 sc. 8 gr.
(Nijmegen) des manendages Heymeric Lambertssoen van wiin und leyen 2 sc.
8 gr.
(Rijn) des dinsdages Hans Heidkenssoen 3½ voder 10 sc. 7 gr.
Johan Godertssoen van haveren 5½ gr.
(Rijn) Henric Venc 4 voder 11 sc. 8 gr.
Deric Doenenwalt van wiin und kannen 3 sc. 2 gr.
des wonsdages Henric van Ewick van salt 3 gr.
Werner Snepart van haveren 5½ gr.
des donresdages Heyn Roeswalt 150 callicx 4 sc. 5 gr.
des vridages Heymeric Bruen van wiin 5 sc. 6 gr.
des saterdages Heynken ingeen Muel 4 voder und van leyen 12 sc.
Summa huius septimane 69 sc. 10 gr.
fol. 7r
des sonnendages post Bonifacii Johan Rabolt van wiin 10 gr.
(Nijmegen) des manendages Deric die Gruter 2½ verdel salts 150 haveren 4 sc.
(Nijmegen) Coenraet die Gruter 350 haveren 3 sc.
Reynken Claecssoen 150 callicx 4 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Gerit van Ael 150 salts 250 haveren 4 sc. 3 gr.
(Nijmegen) des dinsdages Willem van den Dick van haveren 2½ gr.
des wonsdages Johan Coutter van wiin weyt und stael 16 sc.
Deric Bers van wiin und pack 8 sc. 4 gr.
(Nijmegen) des donresdages Ludekiin van Lent 2½ voder 1 sc. 3 gr.
Ploins Hoemborch van wiin und kannen 4 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Iryes Leliaerts van wiin 10 gr.
des vridages nyet
(Nijmegen) des saterdages Andries Wermoes van molensteen und garenscheien
6 sc. 6 gr.
Bave van Moelhem van haveren 1 sc. 2½ gr.
Cornelis van kannen 1 sc. 1½ gr.
Summa huius septimane 55 sc. 10½ gr.
fol. 7v
(Nijmegen) des sonnendages Viti Goessen Remboltssoen van wiin und boerd
2 sc.
(Nijmegen) des manendages Jacop Cnop van salt und haver 1 sc.
Rynken van Nyel van salt und haver 10½ gr.
des dinsdages Willem Heidkenssoen van voederdoeck 5½ gr.
Quade Loedekiin van wiin und garenscheiden 3 sc.
Geerloch van Andernaeck1 van molensteen und garenscheien 7 sc.
1 Andernach
des wonsdages Vroet Alof 2½ voder 7 sc. 2 gr.
(Nijmegen) des donresdages Stephen Riinacker 150 salts und van haveren 1 sc.
11 gr.
(Emmeric) Herman Swaiger 5 verdel salts und van haveren 4 sc. 11 gr.
Craenley van wiin und kannen 11 gr.
des vridages Henric van Latom van wiin und kannen 2 sc. 12 gr.
(Nijmegen) Geritken van Oy van wiin und kannen 5½ gr.
Rembolt van Lent 3 molensteen vreemd 4 voeder Nymegen 6 sc. 6 gr.
Peter Alofssoen van wiin und edic 4 sc. 5 gr.
(Wael) Henneken Vaetbinder 100 salts 150 haveren 13 sc. 11 gr. des saterdages
nyet
Summa huius septimane 56 sc. 10 gr.
Summa mensis tertii 225 sc. 7½ gr.
fol. 8r
des sonnendages nae sunte Vits dach nyet
des manendages nyet
des dinsdages Gerit van der Hart van elsenholt 11 gr.
des wonsdages Reyner Paes van wiin und kannen 3 sc.
Herman van Orsoy van kesen 11½ gr.
Johan Amelonck van wiin 5 sc.
des donresdages Witte Willem van kannen 4 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Arnt Possch 3½ last goets 3 sc.
(Nijmegen) des vridages Arnt Dericxsoen 7 last goets 5 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Johan die Gruter 250 salts 10 sc. 5 gr.
Herman Ab van kesen 12 gr.
Johan van Hoemborch 3½ last goets 5 sc.
(Nijmegen) Heymeric Lambertssoen 3 verdel salts 3 sc. 7 gr.
(Nijmegen) des saterdages Franck die Roed 6 last 5 sc.
Summa huius septimane 47 sc. 6½ gr.
fol. 8v
des sonnendages Petri et Pauli Loeman van botter und kesen 3 sc. 8 gr.
Scelhaver van 5 last goets 7 sc. 7 gr.
Henric Coninc van kesen und botter 4 sc. 5 gr.
Johan ten Wal 8 last 11 sc. 3 gr.
Peter Schuerken van haveren 1 sc.
des manendages Peter Haessenaer 1½ verdel salts 4 sc.
(Nijmegen) Gerrit van den Ham van kesen und scollen 5½ gr.
Dirc van Gelint van kese 1 sc.
Heyn Roeswalt van kesen und botter 2 sc.
(Nijmegen) des dinsdages Marcelis Johanssoen 7½ voder 3 sc. 7 gr.
Cornelis van kesen 2 gr.
Willem Heidkenssoen van vissch und kesen 2 sc.
(Nijmegen) des wonsdages Herman Wiinter van salt und haveren 1 sc. 8 gr.
(Rijn) des donresdages Willem van Elveric 6½ voder 18 sc.
des vridages Rutger Diercken van wiin und leyen 4 sc. 6 gr.
(Nijmegen) des saterdages Willem Lambertssoen van wiin und boerd 1 sc. 6 gr.
(Goch) Johan Geritssoen 2½ last goets 2 sc.
Peter Alofssoen van salt und scollen 8 sc. 5 gr.
Summa huius septimane 78 sc. 9½ gr.
fol. 9r
des sonnendages post Martini Translationem nyet
des manendages Rutger Neckinc van holt 2 sc. des dinsdages nyet
(Nijmegen) des wonsdages Rembolt Henricxsoen van weyt 1 sc. 6 gr.
Stephen Riinacker van molensteen 6 sc. 9 gr.
des donresdages Herman Butenpoert van wiin und leyen 3 sc.
(Nijmegen) des vridages Gerit Coenraetssoen van steencalen 3½ gr.
des saterdages Gabel Cluet van garenscheien und kannen 7 gr.
meister Hans van Syburgen1 van kannen 5 gr.
(Bomel) Peter Johanssoen van holt 9 gr.
Summa huius septimane 19 sc. 7½ gr.
fol. 9v
(Nijmegen) des sonnendages Margarete Gerit van Wel van
1 Siegburg was een centrum van aardewerknijverheid.
wiin molensteen und pack 10 sc. 10 gr.
des manendages nyet
(Nijmegen) des dinsdages Lubbert van der A 5 voder 2 sc. 5½ gr.
(Arnem) Johan die Witt 3½ voder vreemd 2½ voder Nymegen 9 sc. 2 gr.
(Wael) Ott Scaep 5 voder 12 sc.
(Wael) des wonsdages Johan Bucelman 9 voder 20 sc. 3 gr.
des donresdages Reynken van Neyl van winn und kannen 2 sc.
des vridages Johan van Roekel van wiin 4 sc. 8 gr.
des saterdages Johan Heidkenssoen van edic 10 gr.
Heyns van Andernaeck van kesen und haver 1 sc. 6 gr.
Summa septimane huius 63 sc. 4 gr.
Summa mensis quarti 208 sc. 13 gr.
fol. 10r
des sonnendages post Divisionem Apostolorum nyet
(Emmeric) des manendages Cornelis van kannen 5½ gr. Herman Scheyfart 3
voder 1 sc. 3 gr.
Johan Brugman van garenscheien 6 sc. 12 gr.
(Wael) Telken Geritssoen 3½ doerganc holts 8 sc. 8 gr.
(Nijmegen) des dinsdages Jacop Cnop van wiin und edic 1 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Rutger Bogel van holt 1 sc.
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steencalen 8 gr.
Ludekiin van Lent van scollen und haveren 8 gr.
des wonsdages Lambert van Vliterden van wiin und boerd 8 sc.
(Wael) des donresdages Johan opten Graef 3½ doerganck holts 7 sc. 12 gr.
(Nijmegen) Goesen Remboltssoen 150 salts und van haveren 7 sc. 3 gr.
(Doesburg) Cleric van Doesborch 10½ voder 4 sc. 7 gr.
(Nijmegen) des vridages Deric van den Riin 150 salts 6 sc.
(Goch)1 des saterdages Herman Tonijs van gewand 11½ gr.
(Nijmegen) Henric Meussoen van 3 last goets 2 sc. 5 gr.
(Rijn) Deric van Ryswick 150 salts 21 sc.
1 Goch was in de latere Middeleeuwen een centrum van textielnijverheid.
Summa huius septimane 78 sc. 10 gr.
fol. 10v
(Nijmegen) des sonnendages post Jacobi Deric Kruut 4 voder 2 sc.
Doerninck van sperre und velgen 1 sc. 11 gr.
(Rijn) Deric Monick 2½ verdel salts 9 sc. 5½ gr.
des manendages Bertken van Tijts van botter und scollen 5½ gr.
(Nijmegen) Arnt Dericxsoen van 5 last goets 4 sc. 3 gr.
des dinsdages Loeman van kesen und gagelkruut 2 sc.
(Nijmegen) Jacop Scriver 4 last 3 sc. 7 gr.
des wonsdages Johan ten Wal 4 last 5 sc. 5½ gr.
Johan van Moers van kesen und botter 3 sc.
Scelhaver 4 last 5 sc. 3 gr.
Herman Worm 5 voder van weet und stael 22 sc. 3 gr.
Johan Bucelman van salt 3 sc.
(Nijmegen) Jacop Michiel 2½ verdel salts und van haveren 3 sc. 5½ gr.
des donresdages Reynken Clack van kesen 2 sc. 7 gr.
Deric Doennewalt van salt 10 gr.
des vridages Willem Heydkenssoen 1 last goets 2 sc. 3 gr.
Hans Heidkenssoen van kesen und scollen 2 sc.
(Nijmegen) Deric Gruter 150 salts und van haveren 3 sc.
(Nijmegen) Rembolt Henricxsoen 4 last goets 3 sc. 5½ gr.
(Nijmegen) Heynken Nyelssoen van steencalen und callic 9 gr.
(Nijmegen) des saterdages Franck die Roed van tween last goets 1 sc. 7 gr.
(Nijmegen) Johan van der Wonyngen van wiin und kannen 1 sc. 2½ gr.
Summa huius septimane 81 sc. 12 gr.
fol. 11r
des sonnendages Invencionis Sancti Stephani nyet
des manendages nyet
(Nijmegen) des dinsdages Johan Geritssoen 2 last goets 1 sc. 7½ gr.
des wonsdages Johan Buckinc van edic und kannen 10 gr.
(Nijmegen) des donredages Gerit van den Ham van bernholt 7 gr.
(Nijmegen) des vridages Willem van den Dick van wiin und kannen 1 sc.
des saterdages Peter Biter van zarcken 1 sc. 2 gr.
(Nijmegen) Heymeric van Stralen van steencalen 4 gr.
Summa huius septimane 5 sc. 3½ gr.
fol. 11v
des sonnendages in festo Sancti Laurencii nyet
(Rijn) des manendages Bruen van Wanem 2½ voder 6 sc. 3 gr.
des dinsdages Herman Butenpoert van wiin und kannen 6 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Poelken van bernholt 8 gr.
des wonsdages nyet
des donresdages nyet
(Nijmegen) des vridages Kep van een doerganck holts 5½ gr.
(Nijmegen) Arnt die Roed van wiin und kannen 8 gr.
des saterdages Johan Bucelman van wiin boerd und edic 7 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Reynken van der Nyerstat van haveren und kesen 4 gr.
Summa huius septimane 22 sc. 2 gr.
Summa mensis quinti 188 sc. ½ gr.
fol. 12r
des sonnendages post Assumpcionem Beate Marie Maeshees van wiin 2 sc. 2
gr.
Johan die Gruter 5½ voder vreemd 2½ voder Nymegen 15 sc.
des manendages nyet
des dinsdages nyet
des wonsdages Ploins Hoemborch van kannen 4 gr.
(Nijmegen) des donredages Ryes Lelilaerts 4 voder 2 sc.
des vridages Buckinc van peren 3 gr.
Johan Wernerssoen van wiin und garenscheien 2 sc. 3 gr.
des saterdages nyet
Summa huius septimane 21 sc. 12 gr.
fol. 12v
(Arnem) des sonnendages in festo Sancti Bertolomei Stephen
Riinacker 4½ voder 10 sc. 6 gr.
(Rijn) Peter Alofssoen 3 voder 8 sc.
(Nijmegen) des manendages Jacop Cnop van salt und haver 1 sc. 4 gr.
(Nijmegen) des dinsdages Heymeric Lambertssoen van wiin und pack 2 sc. 6
gr.
des wonsdages Herman van Wederic van wiin und holt 3 s c . 6 gr.
(Emmeric) Herman Scheyfart 2½ voder 1 sc. 3 gr.
des donredages nyet
des vridages Herman Natel van sperren 11 gr.
Gerit van Zancten van noeten 3½ gr.
(Rijn) Reynken van Nyel 9½ voder 24 sc. 6 gr.
Herman Butenpoert 2 voder 5 sc. 8 gr.
des saterdages Willem Heidkenssoen van wiin und edic 1 sc. 8 gr.
Summa huius septimane 59 sc. 7½ gr.
fol. 13r
(Nijmegen) des sonnendages post Decollationem Sancti Johannis Johan die
Gruter 150 salts und van haveren 2 sc. 8 gr.
(Goch) Johan Tonijs van gewand 1 sc. 10 gr.
(Nijmegen) des manendages Henric Coutter 2½ voder 1 sc. 3½ gr.
des dinsdages nyet
(Nijmegen) des wonsdages Herdinck van herinc und haveren 5 gr.
des donresdages Bertken van Tijts van botter und salt 10½ gr.
Loeman 2½ last goets 3 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Jacop Scriver 6 last goets 5 sc.
(Nijmegen) Arnt Possch 6½ last goets 5 sc. 5½ gr.
des vridages Gabel Cluet van kesen 9 gr.
Henric Dobbe van botter und kese 1 sc.
des saterdages Scelhaver 3½ last 4 sc. 7 gr.
Summa huius septimane 27 sc. 1 gr.
fol. 13v
(Nijmegen) des sonnendages post Egidii Reynken van der Nyerstat van edic
und kannen 11 gr.
(Rijn) des manendages Herman in der Schoelen 2½ voder
7 sc. 4 gr.
Johan ten Wal van salt und kesen 3 sc. 12 gr.
(Emmeric) Witte Willem 150 salts van kesen und peck 3 sc.
des dinsdages Craenley van haveren 3 gr.
(Rijn) des wonsdages Goesen van Tegelen 3 voder mostz 8 sc. 2½ gr.
des donresdages Quade Lodewich 1½ verdel salts 5 sc. 2 gr.
(Rijn) Evert Mor 150 salts und van tween last goets 11 sc. 3 gr.
(Goch) Johan Geritssoen van kesen 6 gr.
des vridages Maeshees van herinc 7 gr.
(Wael) des saterdages Rutger Sayart 5 voder mostz 11 sc. 5½ gr.
(Arnem) Teelken Gerits soen 3 doerganck holts 7 sc. 7 gr.
Summa huius septimane 59 sc. 9 gr.
Summa mensis sexti 168 sc. 2½ gr.
fol. 14r
des sonnendages opter heyligen Cruusdach nyet
des manendages nyet
des dinsdages nyet
(Nijmegen) des wonsdages Goessen Remboltssoen van boerd 1 sc. 3 gr.
des donresdages Henric van Asperen van wiin 10½ gr.
(Doesburg) Johan van der Goud van noeten 3½ gr.
des vridages Johan Dericxsoen van holt 1 sc. 7 gr.
(Goch) des saterdages Johan Tonijs van gewand 1 sc. 12 gr.
(Arnem) Henneken aver der Wech 1½ verdel salts 3 sc. 3 gr.
Alert van Druppensteyn 2 voder mostz 6 sc.
Summa huius septimane 15 sc. 1½ gr.
fol. 14v
(Rijn) des sonnendages post Lamberti Coenken Bossch 3 voder 8 sc. 9 gr.
des manendages nyet
des dinsdages Herman Coenraets soen van calen 11 gr.
des wonsdages nyet
des donresdages nyet
(Arnem) des vridages Henric van Berck 3 voder mostz 7 sc.
des saterdages nyet
Summa huius septimane 16 sc. 7 gr.
fol. 15r
des sonnendages post Cosmi et Damiani Lambert van Vliterden van salt 1 sc.
4 gr.
(Nijmegen) Smelinck 4½ voder 2 sc. 2 gr.
Reynken Claeck van callic 1 sc. 3 gr.
Peter Biter van sarcksteen 9 gr.
Tyte Heidkenssoen 2 teerlinge gewandts 6 gr.
(Rijn) des manendages Teelman in den Have 4½ voder 12 sc. 11 gr.
(Emmeric) des dinsdages Terenkuel 4½ verdel salts 4 sc. 2 gr.
(Emmeric) Herman Swager 150 salts 6 sc.
Henric van Ratingen van noeten 4½ gr.
(Nijmegen) des wonsdages Lubbert van der A 6½ voder 3 sc. 7 gr.
(Arnem) Johan Bucelman 9 voder 20 sc. 6 gr.
(Nijmegen) des donredages Johan Henricxsoen van herinc 6 gr.
(Emmeric) Hubert Bogel 150 salts 6 sc.
(Nijmegen) Deric die Joed 6½ voder 3 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Johan van den Sand 10½ voder 4 sc. 12 gr.
(Rijn) des vridages Reyner Doerrendick 3 voder 8 sc. 4 gr.
(Rijn) Peter van der Mued 4 voder 12 sc. 10½ gr.
(Nijmegen) Roelof Bruen 7 voder 3 sc. 11 gr.
(Nijmegen) Deric Gadensoen 5½ voder 2 sc. 10 gr.
(Emmeric) Witte Willem van drakenveldersteen 2 sc. 2 gr.
(Nijmegen) des saterdages Dries Roellofs soen 6½ voder 3 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Willem van Doerninc 8 voder 4 sc.
(Nijmegen) Henric van Doerninc 6½ voder 3 sc.
(Nijmegen) Wolter Boed 6½ voder 3 sc.
(Nijmegen) Johan Bued van salt und haver 1 sc. 7 gr.
Summa huius septimane 112 sc. 9½ gr.
fol. 15v
des sonnendages nae Remigii Herman Reynerssoen 3½ voder 10 sc. 3 gr.
Goessen van Roekel van herinc 2 sc.
(Rijn) Johan Moelman 9 voder 27 sc. 6 gr.
(Rijn) Willem van Moers 3 voder 9 sc.
Gerit van Letberch van kesen und salt 1 sc. 6 gr.
(Nijmegen) des manendages Stephen van Lent 5 verdel salts 4 sc. 10 gr.
(Rijn) Claes Lyster 5 voder 14 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Gerit van Wel 3½ verdel salts 3 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Johan Struvel 3 verdel salts 3 sc.
Item Herbert ten Weerd 150 salts 6 sc. 9 gr.
des dinsdages Reyner van der Moelen van wiin 4 sc. 7 gr.
des wonsdages Deric van Gelind van salt 2 sc. 5 gr.
Peter Schuerken van salt 2 sc. 6 gr.
(Nijmegen) des vridages Jacop Michiel 150 salts 6 sc.
(Nijmegen) Heymeric Lamberts soen van salt 2 sc.
(Nijmegen) Deric Kint 5½ voder 3 sc.
(Nijmegen) Henric van Wyelic 6½ voder 3 sc. 4 gr.
(Rijn) des saterdages Werner van Stadem 4 voder 12 sc.
(Arnem) Henric Helman 9 voder 20 sc. 11½ gr.
(Rijn) Johan Brugman 2½ verdel salts 8 sc.
Johan ten Wal van salt kesen und botter 6 sc.
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen van salt und haveren 3 sc.
Summa huius septimane 155 sc. 9 gr.
Summa mensis septimi 299 sc. 11½ gr.
fol. 16r
(Nijmegen) des sonnendages post Victoris Kuess 6½ voder 3 sc.
(Nijmegen) Wynninck 6½ voder 3 sc. 2 gr.
Gabel Cluet van drakenveldersteen 12 gr.
(Nijmegen) Evert van Stadem 6 voder 2 sc. 11 gr.
(Rijn) des manendages Henric Deyske 4 voder 11 sc. 5 gr.
(Rijn) Derick Monick 3 voder 8 sc. 5 gr.
(Wael) des dinsdages Johan Spolick 9 voder 20 sc.
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steencalen 5½ gr.
(Rijn) des wonsdages Reynken van Rees 1½ verdel salts 5 sc. 8 gr.
Deric Goutsmit van herinc 9 gr.
(Emmeric) des donredages Johan Clagge van salt 11 gr.
(Nijmegen) Lubbert van der A 11½ voder 5 sc. 8 gr.
(Nijmegen) des vridages Smelinck 13 voder 11 sc.
Heynken Vaetbinder van pack und yseren 2 sc. 8 gr.
(Arnem) Stephen Sloddinck 9 voder 20 sc. 7 gr.
(Rijn) Peter Alofs soen 3½ voder 10 sc.
(Rijn) Deric Loereweert 8 voder 25 sc.
des saterdages Herman ter Stege van calen 6 gr.
(Nijmegen) Johannes van Donsbruggen 8 voder 3 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Jacop Cnop 11 voder 5 sc. 2 gr.
(Arnem) Deric Gelreman 4½ voder 10 sc. 4 gr.
(Goch) Johan Meyss 3 voder 1 sc. 5½ gr.
Witte Willem van salt 1 sc.
Summa huius septimane 148 sc. 11 gr.
fol. 16v
(Wael) des sonnendages post festum Luce Johan van Averlinck 5 voder 12 sc.
(Doesburg) Johan Coenraets soen van calen 1 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Jacop Scriver van calen 11 gr.
Rutger Neckinc van salt 1 sc. 10½ gr.
Gadert Mathyssoen van herinc 2 sc. 8 gr.
(Nijmegen) des manendages Johan Scruvel 4 voder 2 sc.
Johan Visscher van 2 last vissch 1 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Willem Lamberts soen 150 salts 2 sc.
(Nijmegen) Reynken van der Nyerstat van herinc und kesen 11 gr.
(Rijn) des dinsdages Henric Ellerts soen 2 voder 6 sc.
(Arnem) Henric Helman 10 voder 23 sc.
(Nijmegen) Gerit van Oy van wiin 4 gr.
(Rijn) Deric Dumer 4 voder 13 sc. 2 gr.
(Rijn) des wonsdages Everdiin 5 voder 15 sc.
Deric Doennenwalt van bleeck und unlochsaet 2 sc. 6 gr.
(Nijmegen) des donredages Gerit Coenraets soen van calen 7½ gr.
(Nijmegen) Andries Roellofssoen 9½ voder 4 sc. 5 gr.
(Wael) Johan Scaep 3½ voder 7 sc. 7 gr.
(Nijmegen) Johan Kerberch 5 voder 2 sc. 8 gr.
(Rijn) des vridages Kerstken Hunick 5½ voder 17 sc.
(Wael) Henric Tack 6½ voder 15 sc.
(Wael) Frens van der Capelle 6 voder 14 sc. 2½ gr.
(Nijmegen) Evert Sybardinck 8 voder 3 sc. 10 gr.
(Nijmegen) des saterdages Deric van Lent 8 voder 3 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Lubbert van der A 13 voder 6 sc. 7 gr.
(Arnem) Johan van Meylaen 2½ voder 5 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Johan van Huessen 4 voder 2 sc.
Alof van Burick van bleck und onloecsaet 1 sc. 10 gr.
(Rijn) Peter ingeen Muel 3½ voder 10 sc. 3 gr.
Summa huius septimane 178 sc. 10½ gr.
fol. 17r
(Nijmegen) des sonnendages post Servacii Herman van Wel 6 voder 2 sc. 12
gr.
(Nijmegen) Stephen Riinacker 150 salts 6 sc.
Bruen van Wanom van wiin kannen und edic 4 sc.
(Rijn) Willem ten Have 4½ voder 14 sc. 3 gr.
(Rijn) des manendages Gerit van Ewick 3 voder 2 sc.
Herman Elbertssoen van galant 7 gr.
(Nijmegen) Deric die Gruter 2½ verdel salts 3 sc.
(Rijn) des dinsdages Plonis Berck 5 voder 14 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Johan Herinc 3½ last herincx 2 sc. 11 gr.
(Nijmegen) des wonsdages Coenraet die Gruter 9 voder 4 sc.
(Nijmegen) Gerit van Moel 11 voder 5 sc.
(Nijmegen) des donredages Wolter Boed 6½ voder 3 sc.
(Nijmegen) Gerit van den Ham van steencalen 7 gr.
des vridages Gerit Averman van galant und kannen 4 sc. 3 gr.
Johan van der Wonyngen van herinc und salt 1 sc. 8 gr.
(Rijn) des saterdages Teelman in den Have 7½ voder 22 sc.
Summa huius septimane 97 sc.
fol. 17v
des sonnendages in die Animarum Goessen van Roekel van vissch 5½ gr.
(Arnem) Gheerloch Pisbudel 4½ voder 10 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Deric Gadensoen 10 voder 5 sc.
(Nijmegen) Herman Winter 4 voder 1 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Deric van Groesbeck 7 voder 3 sc. 4 gr.
Poelken van bernholt 8 gr.
Johan Bruenesoen van wiin 2 sc. 5½ gr.
des manendages Abel van Druppensteyn van galant 3 sc.
(Nijmegen) Deric van den Riin 6 voder 3 sc.
Jacop van den Riin van calen 1 sc.
(Nijmegen) Coenraet van Vonden 7½ voder 3 sc. 5½ gr.
(Nijmegen) Johan Oppenstal 6½ voder 3 sc.
(Nijmegen) des dinsdages Johan Bued 4 voder 1 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Peter Hoddelken 8 voder 3 sc. 9½ gr.
(Nijmegen) Willem van Doerninc 6 voder 3 sc.
(Nijmegen) Deric Gruenwalt 9 voder 4 sc. 3 gr.
(Arnem) Henric Helman 12 voder 28 sc.
(Wael) Deric Tybus 5½ voder 12 sc. 9½ gr.
(Doesburg) Deric Roever 5 voder 2 sc. 5½ gr.
(Nijmegen) Deric die Joed 6 voder 3 sc.
(Nijmegen) Reynken van der Nyerstat 4½ voder 1 sc. 8 gr.
(Rijn) des wonsdages Gerit Pedvoet 2 voder 6 sc.
(Rijn) Jacop Heysken 6½ voder 19 sc. 5 gr.
(Arnem) Tys Heidkenssoen 2 voder 4 sc. 3 gr.
des donredages Reynken Claeck van wiin und noeten 3 sc. 10 gr.
Peter van Griet van calen 10 gr.
(Nijmegen) Rembolt Henricxsoen 3 verdel salts und van haveren 3 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Frederic Neve 5 voder 2 sc. 6 gr.
des vridages Reynolt van Berck van galant und kannen 5 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Jacop Cnop 2½ verdel salts 2 sc. 11 gr.
fol. 18r
Bertken van Tijts van weyt 5 gr.
Gerit Craenley van wiin 1 sc. 2½ gr.
(Nijmegen) des saterdages Arnt die Roed van wiin 11 gr.
Philips Heidenrick van wiin 3 sc.
Tys Heidkens soen van wiin und pack 2 sc.
Summa huius septimane 152 sc. 10 gr.
Summa mensis octavi 577 sc. 4½ gr.
fol. 18v
des sonnendages post Willibrordi Willem Henricxsoen van wiin 3 sc. 3 gr.
Roelof Schout 2 last herincx vreemd 3½ last Doesborchs 6 sc.
des manendages Loedewich van Stamen van pack 8 gr.
des dinsdages Philips Jacopssoen 1½ last vreemd 1 last Emmericx 2 sc. 3 gr.
(Rijn) Rutger Dierken 6 voder 18 sc.
Deric Doennewalt van salt 2 sc. 5 gr.
(Doesburg) des wonsdages Werner Lerinck 8 voder 3 sc. 10 gr.
(Doesburg) Cleric van Doesborch 7 voder 3 sc. 5½ gr.
Coenken Bossch van wiin 5 sc. 7 gr.
(Nijmegen) Willem van den Dick van wiin 11 gr.
(Goch) Johan Geritssoen van gewand 1 sc.
(Arnem) des donredages Plonis Poelvissch 3½ voder 7 sc. 6 gr.
Plonis Hoemborch van kannen 11 gr.
Herman van Wederic van calen 13 gr.
(Nijmegen) Daem van Heess 9 voder 4 sc. 6 gr.
des vridages Bruen van Wanom van salt 10 gr.
Deric van der Marck van herinc 1 sc. 11 gr.
(Rijn) des saterdages Rynken Schout 4½ voder 13 sc. 2 gr.
Johan Seyskim van botteren 2 sc. 5 gr.
Summa huius septimane 78 sc. 9½ gr.
fol. 19r
(Nijmegen) des sonnendages post Martini Dries Roellofssoen 10 voder 4 sc. 11
gr.
(Nijmegen) Evert Willemssoen 4 voder 2 sc.
(Nijmegen) Herman Goetgesel 5 voder 2 sc. 10 gr.
Deric Gelenhouwer van kesen 11 gr.
Alof Hermanssoen van kesen 1 sc.
des manendages Herman Becker van salt und kesen 1 sc. 2 gr.
(Nijmegen) Willem Gruenewalt 12 voder 6 sc.
(Arnem) Willem van Moers 3½ voder 8 sc. 5 gr.
(Bomel) Deric van Strangen 4 voder 2 sc. 1½ gr.
(Nijmegen) Johan van Olman 9 voder 4 sc. 7 gr.
(Nijmegen) Henric van Weelderen 7 voder 3 sc. 7 gr.
Henric Coninck 2½ last goets 3 sc. 11 gr.
Loeman van kesen und botter 1 sc. 10 gr.
Herman Neckinc van botter und kesen 3 sc. 4 gr.
des dinsdages nyet
(Nijmegen) des wonsdages Rembolt van Lent 150 salts 6 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Zentken 22 voder 11 sc.
(Nijmegen) Deric die Gruter 9 voder 4 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Nyes Lelikaerts van wiin 10 gr.
(Wael) Gerit van Vliterden 7 voder 15 sc. 10 gr.
(Emmeric) des donredages Arnt Clover 150 salts und van kesen 2 sc. 3 gr.
Deric van Gelint 3 last goets 4 sc.
Johan Hoemborch 2½ last goets 3 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Arnt Arnts soen van botter und kesen 3 sc. 3 gr.
des vridages Hans van Moelhem van kesen 1 sc. 2 gr.
(Nijmegen) Peter Collart 12½ voder 6 sc.
(Nijmegen) Smelinck 9 voder 4 sc. 4 gr.
(Wael) Deric Monick 3½ voder 8 sc. 12 gr.
(Wael) des saterdages Peter Vernoeycken 9 voder 20 sc. 6 gr.
fol. 19v
(Nijmegen) Peter opte Kelre 5½ voder 2 sc. 9 gr.
(Arnem) Jacop Michiel 16 voder 36 sc.
(Nijmegen) Gerit Coenraetssoen 2 last goets 1 sc. 7½ gr.
Summa huius septimane 182 sc. 8 gr.
fol. 20r
(Arnem) des sonnendages in festo Clementis Reynken van Nyel van wiin und
kannen 6 sc. 7 gr.
(Nijmegen) Jacop Scriver 3½ last goets 3 sc. 3 gr.
(Wael) Gerritken van Oy van wiin 5½ gr.
(Wael) Johan van den Riin 8 voder 18 sc.
des manendages Reyner Dorendick van wiin und leyen 5 sc. 6 gr.
Henric Visscher van vissch und herinc 11 gr.
(Nijmegen) Johan Bued van salt 11 gr.
(Wael) Gerit van Wel 12 voder 26 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Jorden Boy 7 voder 3 sc. 5½ gr.
(Arnem) Tijs Heidkenssoen van wiin 7 sc. 9 gr.
(Nijmegen) Johan Bod 7 voder 3 sc. 6½ gr.
Deric van Moers 4 last goets 5 sc. 10 gr.
Henric van Wunterswick 6 last goets 8 sc.
(Nijmegen) des dinsdages Coenraet van Vonden 9½ voder 4 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Gadert Sproinck van calen 5½ gr.
des wonsdages Tyts Heidkenssoen van vissch 1 sc.
(Wael) Deric Berick 13 voder 30 sc.
(Nijmegen) Lubbert van der A 18 voder 8 sc. 8 gr.
(Doesburg) Henric Noellinc 6½ voder 3 sc.
(Nijmegen) Johan van Keerberch 9½ voder 4 sc.
(Doesburg) Herman Coenraetssoen van calen 4 gr.
(Doesburg) Henric Noellinc 3½ voder 1 sc. 9½ gr.
(Nijmegen) des donredages Herman Wynter van salt 1 sc. 3 gr.
Johan Snepart van weyt 4 gr.
(Wael) des vridages Johan inde Gayom 7½ voder 17 sc. 2½ gr.
(Arnem) des saterdages Lambert van Vliterden 8 voder 19 sc.
Summa huius septimane 180 sc. 12 gr.
fol. 20v
des sonnendages in festo Andree Herman Elberts soen van wiin 3 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Gerit van Meel 14 voder 7 sc.
(Nijmegen) Rutger van Dorsten 14 voder 7 sc.
(Nijmegen) Herbert Luess 9 voder 4 sc. 6 gr.
(Arnem) Johan Moelman 12 voder 28 sc.
Peter Haessenaer van smick 8 gr.
(Arnem) Henric Helman 21 voder 48 sc.
(Rijn) des manendages Evert van Nyenhove van wiin 7 sc. 5 gr.
Peter ingeen Muel 5 voder 15 sc.
(Nijmegen) Riquin Dericxsoen 12½ voder 6 sc.
des dinsdages Symon Gerits soen 1½ last herincx 2 sc. 2 gr.
Johan Jorys van vissch 1 sc. 2½ gr.
(Nijmegen) des wonsdages Henric van Olman 10 voder 5 sc.
(Nijmegen) Roelof Bruen 6 voder 3 sc.
(Rijn) Gerit van Ewick van wiin 6 sc. 10 gr.
(Doesburg) Rolof Schout 8 voder 4 sc.
(Rijn) Johan Bruens soen van wiin 4 sc. 3 gr.
(Arnem) Frederic Heymeric 5 voder 11 sc. 3 gr.
(Nijmegen) des donredages Daem van Hoef 14 voder 11 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Deric die Ryck 7½ voder 3 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Roelof Scruvel 7 voder 3 sc. 6 gr.
(Rijn) Coencken Bossch 3½ voder 10 gr.
(Rijn) Everdiin van wiin und kannen 9 sc. 10½ gr.
(Emmeric) Herman Cael 3 voder 1 sc. 6 gr.
(Wael) des vridages Noud van Cleve 4½ voder 11 sc. 3 gr.
des saterdages Johan van Roekel van herinc 1 sc.
Summa 211 sc. 7½ gr.
Summa mensis noni 653 sc. 9 gr.
fol. 21r
(Nijmegen) des sonnendages in profesto Concepcionis Virginis Gloriose Wicken
Moelman 16 voder 7 sc. 11 gr.
(Nijmegen) Henric van Doennen 11 voder 5 sc. 2 gr.
(Nijmegen) Johan van Goch 17 voder 8 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Johan van der Wonyngen 5 voder 2 sc. 5 gr.
(Rijn) Johan Reynerssoen 9 voder 26 sc. 10 gr.
(Arnem) Henric Helman 17 voder 38 sc. 3 gr.
(Rijn) des manendages Deric die Gruter 3½ voder 10 sc. 5½ gr.
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen 11 voder 5 sc. 5½ gr.
(Rijn) Heynken ingeen Muel 7 voder 21 sc.
(Arnem) des dinsdages Huge van Cappellen 10½ voder 24 sc. 9½ gr.
Arnt van der Lawick van herinc 1 sc. 10 gr.
(Arnem) Henneken aver den Wech 7 voder 16 sc. 6 gr.
(Rijn) Deric van Ryswick 8½ voder 11 sc.
(Wael) Gerit van Huest 4½ voder Utrecht und 2 Nymegen 12 sc.
(Rijn) des wonsdages Evert Bogel 6 voder 17 sc. 10 gr.
(Rijn) Gerit van Doeveren van wiin und noeten 9 sc.
(Nijmegen) des donredages Gerit Bonart 12½ voder 6 sc.
(Nijmegen) Smelinck 12½ voder 6 sc.
(Nijmegen) Wynnick 11 voder 5 sc. 3 gr.
(Emmeric) Evert Loef 9 voder 4 sc. 8 gr.
(Rijn) Rutger Dierken 8 voder 39 sc.
(Arnem) des vridages Johan Bogel 20 voder 45 sc.
Johan Brugman van wiin und garenscheien 6 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Johan van Huessen 9½ voder 4 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Lothom 11 voder 5 sc. 3 gr.
(Wael) Johan Tybus 16 voder 36 sc. 10 gr.
(Nijmegen) des saterdages Deric Kint 6½ voder 3 sc. 3 gr.
fol. 21v
(Nijmegen) Deric Kuess 10½ voder 5 sc. 8 gr.
(Arnem) Gaetslack van Stamen 10 voder 23 sc. 6 gr.
(Arnem) Johan Sayiart 6 voder 14 sc.
Summa huius septimane 452 sc. 4½ gr.
fol. 22r
des sonnendages post Lucie Henric Kempinck van malvizien 12 gr.
Peter Alofs soen van herinc buckinc und brasum 2 sc. 5 gr.
des manendages Johan ten Wal 2 last herincx 1 last vissch 3 sc. 8 gr.
(Nijmegen) des dinsdages Johan die Gruter 9½ voder van boerd und yseren 4
sc. 8 gr.
(Arnem) Henric Helman 14½ voder 33 sc.
(Arnem) des wonsdages Johan Bued 1½ voder Utrecht 2 voder
Nymegen 4 sc. 7 gr.
(Nijmegen) Arnt Clover 9½ voder 4 sc. 7 gr.
(Rijn) des donredages Peter Saiyart 5½ voder 16 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Herman van Wel 10½ voder 5 sc. 1½ gr.
(Nijmegen) Coenraet van Vonden 7 voder 3 sc. 9 gr.
des vridages Tys Heidkenssoen 2½ voder 6 sc. 10 gr.
des saterdages nyet
Summa huius septimane 85 sc. 5 gr.
fol. 22v
des sonnendages in festo Sancti Thome nyet
des manendages nyet
des dinsdages nyet
des wonsdages nyet
des donredages opten heyligen Kirstdach nyet
des vridages nyet
des saterdages nyet
fol. 23r
des sonnendages op Alrekinderdach nyet
(Nijmegen) des manendages Arnt die Roed van wiin und pack 1 sc.
des dinsdages nyet
des wonsdages nyet
(Arnem) des donredages Heymeric Lamberts soen 5½ voder vreemd 8 Nymegen
17 sc.
(Nijmegen) Coenraet van Vonden 12 voder 6 sc.
(Wael) des vridages Deric Doennewalt 6½ voder 14 sc. 6 gr.
(Wael) Henneken Vreet Alofs soen 5½ voder 13 sc. 3 gr.
(Emmeric) Herman Vos 8 voder 4 sc.
(Rijn) Henric Helman 12 voder 34 sc. 6 gr.
(Rijn) des saterdages Gerit van der Craenley 12 voder 34 sc. 10 gr.
(Emmeric) Johan Visscher 3 last herincx 2 sc. 9 gr.
(Rijn) Willem van Elveric 13½ voder 40 sc. 6 gr.
(Rijn) Johan Amelonck 12 voder 35 sc. 6 gr.
Heyn Bond 1 last herincx 4 last vissch 5 sc. 3 gr.
Summa huius septimane 208 sc. 9½ gr.
Summa mensis decimi 746 sc. 4½ gr.
fol. 23v
(Rijn) des sonnendages post Circumcisionem Domini Johan Krudener 10½
voder 31 sc.
Reynken Claeck van 4 last goets 5 sc. 3 gr.
(Rijn) Deric Scheynck 16 voder 46 sc. 12 gr.
(Rijn) Deric Claes van wiin und leyen 6 sc.
(Nijmegen) Wicken Moelman 14 voder 7 sc.
(Nijmegen) Zendken 7 voder 3 sc. 5½ gr.
(Emmeric) Arnt Heymeric 25 voder 11 sc. 6 gr.
des manendages Gerit van Vliterden 2 last und van salt 4 sc. 6 gr.
Alof van Burich 1½ last herincx ½ last buckincx 2 sc. 6 gr.
(Nijmegen) Henric Weyman 10½ voder 5 sc. 2 gr.
(Rijn) Henric Genser 12½ voder 36 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Maeshese van wiin und bernholt 1 sc. 1½ gr.
(Rijn) des dinsdages Bromert 16 voder 47 sc.
(Rijn) Deric Loerrenweert 14 voder 40 sc. 2 gr.
Hensken van Sybergen van kannen 2 sc. 2 gr.
Cornelis van kannen 5½ gr.
(Rijn) Heynken Vaetbinder 11 voder 33 sc. 8 gr.
(Arnem) Johan Bucelman 7½ voder 17 sc. 3 gr.
(Nijmegen) des wonsdages Willem van den Dick van wiin 7 gr.
(Nijmegen) des donredages Rembolt van Lent 6½ verdel salts 6 sc. 9 gr.
des vridages Gerit van den Ham van steencalen 9½ gr.
des saterdages Henneken aver den Wech 7 last herincx 9 sc. 3 gr.
Lambert van Vliterden 6 last herincx 8 sc. 2½ gr.
Johan van Hoemborch van wiin und edic 2 sc.
Bruen van Wanem van wiin und boerd 4 sc. 2 gr.
(Nijmegen) Deric Gelenhouwer van bernholt 4 gr.
Summa huius septimane 332 sc. 10 gr.
fol. 24r
(Nijmegen) des sonnendages post Epyphaniam Domini Alof van Wesel 3 last
herincx 2 sc. 10 gr.
Stephen Sleddinck van wiin 3 sc. 2½ gr.
(Rijn) Willem Henricxsoen 3 voder 9 sc. 7½ gr.
(Nijmegen) Gerit van Huest 5½ last herincx 5 sc. 1 gr.
(Nijmegen) des manendages Deric die Gruter 11½ voder 5 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Evert van Stadem 10 voder 4 sc. 8 gr.
Peter Alofssoen van pack 1 sc. 5 gr.
(Rijn) Tidkiel 13½ Utrecht und 7½ voder Emmericx 42 sc. 5½ gr.
(Rijn) Lambert van Orsoy 14½ voder 41 sc.
(Rijn) Deric Berck 13 voder 37 sc. 5 gr.
(Rijn) des dinsdages Willem van Doennen 2½ voder 7 sc. 6½ gr.
(Nijmegen) Johan Geritssoen van speck und herinc 8 gr.
(Nijmegen) Henric Coutter van wiin und kannen 1 sc. 2½ gr.
(Nijmegen) des wonsdages Herman Wunter 7½ voder 3 sc. 5½ gr.
(Nijmegen) Johan die Gruter 20½ voder 9 sc. 10 gr.
(Rijn) Herbert ten Weerd 6½ voder 19 sc.
Witte Willem van 6 molensteen vreemd und 1 voder Emmericx 6 sc. 5½ gr.
Herman Voest van herinc 1 sc. 5 gr.
des donredages Goessen van Roekel ½ last vissch 5 gr.
(Arnem) des vridages Deric Monnick van wiin und garenscheren 5 sc. 11 gr.
des saterdages Gadert Matyssoen 2½ last herincx 3 sc. 5 gr.
Henric Kempinck 1 last herincx 1 sc. 6 gr.
Johan Heidkenssoen 1½ last vissch und 1 last herincx 3 sc.
Meyndken Posch van herinc 12 gr.
(Doesburg) Cleric van Doesborch 9 voder 4 sc. 4 gr.
Summa huius septimane 221 sc. ½ gr.
fol. 24v
(Doesburg) des sonnendages Prisce Virginis Heyn Bond 6½ voder 3 sc.
des manendages nyet
des dinsdages nyet
des wonsdages nyet
des donredages nyet
des vridages nyet
des saterdages nyet
Summa huius septimane 3 sc.
fol. 25r
des sonnendages in festo sancti Pauli nyet
des manendages nyet
des dinsdages nyet
(Nijmegen) des wonsdages Wynnick 12½ voder 6 sc. 2 gr.
(Nijmegen) Henneken Boetzeel 9 voder 4 sc.
Arnt Clover 5½ last herincx vreemd 2 last Emmericx 9 sc. 3 gr.
(Rijn) Herman in der Scholen 5 voder 14 sc. 8 gr.
(Nijmegen) des donredages Jacop Michiel 9 voder 4 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Herman van Bemmel 10 voder 5 sc.
(Nijmegen) des vridages Jacop Cnop 7 voder Nymegen und van pack 4 sc.
(Nijmegen) Gadert van Bonyngen van weyt 2½ gr.
des saterdages nyet
Summa huius septimane 47 sc. 7 gr.
Summa mensis undecimi 604 sc. 4 gr.
fol 25r
des sonnendages in profesto Purificationis nyet
des manendages nyet
des dinsdages nyet
des wonsdages Bertken van Tyts van herinc 18 gr.
(Nijmegen) des donredages Groet Arnt van herinc 2½ gr.
Henric Dolip ½ last Emmericx 2 last vreemds herincx 3 sc. 3 gr.
Roelof Brentys van herinc 1 sc. 7½ gr.
(Nijmegen) des vridages Alart Johanssoen 1 last herincx 9½ sc.
(Nijmegen) Geritken van Oy van herinc 8 gr.
des saterdages Willem van den Dick van herinc 3 sc. 2½ gr.
Summa huius septimane 10 sc. 6 gr.
fol. 26r
(Nijmegen) des sonnendages post Agate Virginis Willem
Heidkenssoen 2 last herincx 1 sc. 8 gr.
Gheerloch Gom van weyt 8 gr.
(Nijmegen) des manendages Bernt van Medel 9 voder 4 sc. 5 gr.
(Nijmegen) des dinsdages Reynken van Nyel 3 last herincx 2 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Maeshees van herinc 10½ gr.
Deric Berss 6 last herincx 8 sc.
des wonsdages Arnt van Loet 2 last herincx 3 last visch 6 sc.
Johan Bucelman 2 last herincx 2 last vissch 4 sc. 5 gr.
Johan Geritssoen van oly meed und botter 2 sc. 4 gr.
Herbert van Weerd van herinc 1 sc. 5 gr.
Deric Doennewalt 7 last herincx 9 sc. 3 gr.
(Emmeric) des donredages Johan Backman 2½ last herincx 2 sc.
Hugo van der Marck van herinc 1 sc.
Johan van den Riin 6 last Zutphen 7 last vreemds 19 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Johan Bued van herinc 10½ gr.
Johan die Gruter 5 last herincx 1½ verdel salts myn 3 last vreemds 9 sc. 10 gr.
des vridages Heyn Bond van vissch 1 sc. 1½ gr.
Johan Jorys 2½ last vissch 2 sc. 7 gr.
(Nijmegen) des saterdages Herman Goegesel 6½ voder 2 sc. 12 gr.
(Nijmegen) Peter Collart 32½ voder 15 sc. 2½ gr.
(Rijn) Deric Kint 10½ voder 30 sc.
Summa huius septimane 125 sc. 9½ gr.
fol. 26v
des sonnendages in profesto Juliane Virginis Herman van Wederick van weyt
und velgen 7 gr.
(Nijmegen) des manendages Wicken Moelman 27½ voder 8 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Henric van Doennen 16½ voder 8 sc.
(Rijn) Peter Haessenaer 4½ voder 13 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Marcelis Johanssoen 11½ voder 5 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Wolter Boed 11 voder 5 sc. 3 gr.
(Rijn) des dinsdages Willem van Moers 3 voder 9 sc.
(Rijn) des wonsdages Deric van Vonden 3 voder 9 sc. 4 gr.
(Rijn) Peter Alofssoen 9 voder 26 sc.
(Rijn) Deric Tybus 12½ voder 37 sc.
(Rijn) Abel ingeen Gayom 7 voder 21 sc.
(Nijmegen) des donredages Willem van Doennen 31½ voder 15 sc.
(Nijmegen) Peter Hoddelken 16 voder 7 sc. 6 gr.
des vridages Johan van der Camp 2½ last herincx 3 sc. 5½ gr.
Johan van Doennen van weyt 9 gr.
des saterdages Henric van Winterswick van wiin 6 sc. 7 gr.
Summa huius septimane 181 sc. 3½ gr.
fol. 27r
(Rijn) des sonnendages Vincula Petri Willem Claeck 11½ voder 34 sc. 10 gr.
(Nijmegen) Rutger van Dorsten 30 voder 13 sc. 7 gr.
(Bomel) Roelof Brentys 4 voder 1 sc. 12 gr.
(Nijmegen) Stephen Riinacker 5 voder 2 sc. 3 gr.
(Rijn) Gerit van Wel 28 voder 81 sc.
(Emmeric) Gheen van den Leygraef van weyt 10 gr.
(Rijn) des manendages Johan van Moers 3½ voder 10 sc. 3 gr.
(Rijn) Evert Mor 4 voder 11 sc. 12 gr.
Arnt van der Lawick van grunen herinc und brasum 4 gr.
Deric Saelken van gesalten brasum 4 gr.
(Rijn) des dinsdages Arnt Clover 8½ voder 27 sc. 3 gr.
des wonsdages Craenley van herinc 2 sc. 5½ gr.
(Wael) Gerit van Vliterden 3 voder und van pack 9 sc. 10 gr.
des donredages Tys Heidkenssoen van visch 2 sc. 3 gr.
(Nijmegen) Stephen Bokelweerd van herinc 8 gr.
Heymeric Lambertssoen 2½ last herincx Nymeegs 4 last Zutphens 8 sc. 7½ gr.
des vridages Beldken Bockeman van herinc 4 sc.
Johan Visscher van herinc 1 sc.
Johan die Ryck 9½ last vissch 8 sc. 6 gr.
(Zutphen) Gerit Bueck 5½ voder 15 sc. 7 gr.
Gabel Cluet van garenscheien 12 gr.
(Emmeric) Backman 2½ last vissch 2 sc. 1½ gr.
(Nijmegen) Roelof Bruen 9 voder 4 sc. 4 gr.
(Nijmegen) Peter opten Kelre 7 voder 3 sc. 6 gr.
(Nijmegen) des saterdages Andries Wermoes 29 voder 13 sc. 8 gr.
(Nijmegen) Gerit van den Ham van herinc und wagenschot 4 sc.
Henric Coutter van herinc und vissch 1 sc. 8 gr.
Philips Jacopssoen van herinc 10 gr.
Summa huius septimane 267 sc. 10 gr.
Summa mensis duodecimi 585 sc. ½ gr.
fol. 27v
des sonnendages post festum Mathie Johan van der Wonyn-
gen 2 last herincx 2 sc. 12 gr.
(Nijmegen) Moercken van brasum und spirinck 11 gr.
(Nijmegen) Heerdinck van herinc und haveren 1 sc. 2½ gr.
(Nijmegen) des manendages Johan Geritssoen van herinc und woll 3 sc. 5 gr.
(Nijmegen) Johan aver den Wech 9 voder 4 sc. 3 gr.
Herman Loedewichssoen 3 last vissch 2 sc. 9 gr.
des dinsdages Henric Bucelman van herinc 10 gr.
(Nijmegen) des wonsdages Johan Weellinck 8 voder 4 sc. 1 gr.
des donredages Johan van Hoemborch 4½ last herincx 6 sc.
Johan van Wal 3 last herincx 4 sc. 6½ gr.
Johan Coutter van herinc 10 gr.
(Nijmegen) Henric van Ewick van herinc 10 gr.
des vridages Deric van der Marck 2 last herincx 3 sc.
Arnt van der Lawick van scollen 1 sc.
Beynnom Bers 1 last vissch 2½ last herincx 4 sc. 5½ gr.
Johan Crudener 3½ last herincx 4 sc. 7 gr.
Gerit van den Riin van herinc und vissch 1 sc.
des saterdages Peter Bertoltssoen van spirinck 10 gr.
Deric Hoeff van spirinck 2 sc. 7½ gr.
(Rijn) Lambert van Vliterden 7 voder und van yseren 21 sc. 5½ gr.
(Nijmegen) Geritken van Oy van wiin und kannen 5½ gr.
Johan van Roekel 2½ last vissch 2 sc. 5½ gr.
Summa huius septimane 73 sc. 5 gr.
fol. 28r
Summa totalis van allen opboren van den toll und van den geeld dat Deric Dericxsoen
mynen genedigen here schuldich bleef in sinre lester rekeningen 5037 sc. 4 old gr.
fol. 28v
Item soe heeft Deric ontvangen van den coern dat ongedorscht bleeft — als 8 malder
weyts ad 53 gr. valent 9 guldens 28 gr. gelresch.
Item 3½ malder haveren ad 28 gr. valent 2 gulden 10 gr.
Item van Arnt die Beyer van een stucxken lants van tween jaren 3 guldens
Summa 14 guldens 38 gr. valent 6 sc. 38 gr. gelresch.
fol. 29r
Summa totalis van allen opboren als van den toll toe Loebede van des sonnendages
opten heyligen Paesdach tent des sonnendages Invocavit dat waren 49 wecken. Ende
van den geld dat Deric Dericxsoen mynen genedigen heren schuldich bleef in siinre
lester rekeningen und van den coern opter hoven dat iaer ongedorsscht bleef simul
5043 sc. 68 gr. gelresch.
fol. 40r
Uytgegeven Dericx Dericxsoen van der toll toe Loebede aengaend in den jaer van
viertienhondert und vier
des sonnendages op den heiligen Paestdach dat was die leste dach behalven een
in die meert
Item om een bedde op myns genedigen heren camer mit eenre zaertsen tsamen 20
guldens
Item om 62 ellen linnendoeckx slapellaken af toe maken ad 8 gr. valent 11 guldens
23 gr.
Item noch tot Elten primo om 64½ ellen linendoeckx ad 5½ gr. valent 8 guldens
10 gr. 3 braspenninck
Item noch om 28 ellen ad 7 gr. minus 1 braspenninck valent 4 guldens 17 gr.
Item om 12 sitkussen costen simul 5 guldens 12 gr.
Summa istius lateris 49 guldens 18 gr. braspenninck valent 21 sc. 18 gr. gelresch 3
braspenninck
fol 40v
Item gegeven toffergeld tegen die hoechtyt van Pincxsten primo den monick van
Cleve 2 guldens 14 gr.
Item den barbier van Eymeric 2 guldens 14 gr.
Item gegeven den tolner besyerre und scriver unde den gesind toffergeld simul 23
guldens 14 gr.
Item gegeven den tolner besieres scriver und den gesind om laken toe
soemercleding 82 nye guldens
Summa simul lateris 109 guldens 52 gr. valent 47 sc. 10 gr. geldersch.
fol 41r
Item des vridages nae Pincxsten quamen myns lieven heren vriend toe Loebede ten
iersten eten als die rentmeister Johan Mynsschart Gerit van Machgeren Stephen
Gruter und die
rychter van Huessen und bleven daer tent des saterdages dat daer geten was mit 13
perd. Ende hadden primo om salm 2 guldens 11 gr. om twee keerp 26 gr. om 100
herincx 21 gr. om 12 maten botteren 24 gr. om eyer 15 gr. om schollen 12 gr. om
roggenbroet 13 gr. om schoenbroet 12 gr. om 1 vat hoppen 34 gr. om 50 quarten
wyns ad 4 gr. valent 4 gulden 28 gr. om keerssen 4 gr. om 7 scepel haveren ad 22
gr. valent 38½ guldens. Om 9 perd toernvoeder 1 nacht ad 2 gr. valent 18 gr.
Bernt den veer van dat hy myns heren vriend avervoerde gegeven 20 gr.
gegeven den gesind opten tolhuus toe drinckgeld 3 guldens
Summa valent simul 15 guldens 12½ gr.
Item noch des wonsdages in profesto Sacramenti quamen opten tolhuus die here van
Oy, die rentmeister Reynolt van Aeswiin Johan Mynsschart et cetera, ten iersten eten
ende bleven tent in der nacht. Ende hadden primo rintvleissch und beerzwel 2 guldens.
Om verkenvleisch speck und sult 2 guldens om 16 hoenre 1 gulden om 4 maten
botteren 8 gr. om ponda 7½ gr. om scollen und eyer 2 gr. om 1 scepel roggen 13 gr.
om schoenbroet 12 gr. om 68 quarten soe opten weert und meed in schep genamen1
ad 4 gr. valent 6 guldens 14 gr. om 1 vat hoppen 34 gr. om ½ malder haveren 11 gr.
Item Bernt den veer gegeven van dat hy myns heren vriend voerd 12 gr.
Item gegeven Stephen Coes van dat hi den rentmeister voerd und die van Aerd
und Herwen doe si Johan Butken haelden gegeven 2 guldens
Summa simul 15 guldens 25½ gr.
Summa simul istius lateris 30 guldens 38 gr. valent 13 sc. 22 gr.
fol 41v
Item gegeven enen decker die den toern und waechuess mit leem deckten 4 dage ad
9 gr. valent 36 gr.
Item gegeven tween knechten die dat leem bounden und opa
In Hs. blijkbaar een woord weggevallen.
1 De gasten namen vaak proviand mede op hun verdere reis, met name wanneer zij per schip
reisden.
drogen ellic 4 dage ad 5 gr. valent 40 gr.
Item van der cost van der weckeren und knechten simul 12 dage ad 6 gr. valet 1
gulden 29 gr.
Summa 3 guldens 19 gr.
Item gegeven Deric Baers van 5 dage toe tunen ad 4 gr. valent 20 gr.
Item Bruen gegeven van 5 dagen toe tunen ad 4 gr. valent 20 gr.
Item Rutger Gelissoen 5 dage toe tunen ad 4 gr. valent 20 gr.
Item van vieftien dagen meynns heren cost ad 6 gr. valent 2 guldens 4 gr.
Summa 3 guldens 21 gr.
Gegeven Deric Baers und Beenken van enen dagen rijss toe halen ellic 4 gr. valent
8 gr.
Item van der cost 12 gr.
Summa 20 gr.
Summa istius lateris 7 gulden 16 gr. valent 3 sc. 16 gr.
fol. 42r
Van den hoefd toe hoegen
Item om een hondert pael holts totten hoefd cost 1 gulden
Item om rijs tween cleyn vymmen ad 2 guldens valent 4 guldens
Item gegeven Stephen Santacker van 3 vymmen und ½ rys toe sniden ad 24 gr.
valent 1 gulden 32 gr.
Item gegeven Beenken van dat hi aen den hoefd arbeiden 5 dage op siins selves
costs1 ad 9 gr. valent 1 gulden 2 gr.
Item Deric Baers 5 dage expensis propriis ad 9 gr. valent 1 gulden 2 gr.
Item Riquin Santacker van 4 dagen ad 9 gr. valent 36 gr.
Item Johan van Brusel 5 dage ad 9 gr. valent 1 gulden 2 gr.
Item Johan van der Riin 3 dage ad 9 gr. valent 27 gr.
1 Het betreft hier arbeiders, die hun eigen mondkost medebrachten, in tegenstelling tot arbeiders,
die ‘op ons heren cost’ waren.
Summa simul van den hoefd 11 gulden 15 gr.
Item gegeven om een ruun die aen den hoefd toe trecken pleget 18 guldens
Summa per se
Summa simul istius lateris 29 guldens 15 gr. valent 12 sc. 59 gr.
fol. 42v
Item soe siin geweest opten tolhuus als van beveel van myns genedigen heren raed
vyf man mit oerren harnas van des wonsdages nae belaken Paesschen tent tot festum
Sancti Petri et Pauli Apostolorum dat syn 11 wecken und 4 dage op myns heren cost
des dages den man ad 7 gr. valent 65 guldens 40 gr.
Item gegeven den selven vyf mannen doe sy van den tolhuus toe Nymegen voerren
ellic twee rynse guldens valent 18 nye guldens
Summa simul istius lateris 83 guldens 40 gr. valent 35 sc. 96 gr.
fol. 43r
Dit is van den put unde van vleissch kelre toe decken mit boerd und leyen
Item gegeven primo om boerd und leyen 15 guldens 38 gr.
Item om 13 sparren ad 7 gr. valent 2 guldens 5 gr.
Item die sperren toe water toe voeren van Elten1 costen 7 gr.
Item gegeven meister Goesen den leyendecker van 26 dagen toe decken van vier
dagen enen gulden valent 6 guldens 21½ gr.
Item Peter Willemssoen siin knecht van 26 dage ad 5 gr. valent 3 gulden 1 gr.
Item om twee lb. sonduren die gaetten meede toe sondieren ad 6 gr. valent 12 gr.
Item om 26.000 leynagel ad 12 gr. valent 4 guldens 20 gr.
Item om 1500 tengnegel ad 2 gr. valent 30 gr.
Item soe is meister Goesen und siin knecht geweest in myns heren cost 37 dage
ad 12 gr. valent 10 guldens 14 gr.
1 Uit deze post blijkt o.m. de ligging van Lobith aan de linkeroever van de Rijn.
Summa simul van boerden leyen et cetera 43 guldens 16½ gr. valent 18 sc. 9½ gr.
fol 43v
Item gegeven heren Georgien van beveel des rentmeisters 12 guldens
Item gegeven Gadert Mathyssoen und Goessen van Roekel van boerden die toe
Hattem1 gescic worden 10 gulden
Item gegeven heren Jorrien van vier reyssen dat di hi tot mynen genedigen here
gereden was tot Arnhem und toe Nymegen toe teergeld 8 guldens 40 gr.
Item soe heeft her Georgien een peert gehadt opten tolhuus 22 wecken die weck
een malder haveren valent 22 malder ad 28 gr. valent 14 guldens
Item toe ruvoeder 3 guldens 19 gr.
Item soe is Georgien geweest in myns genedigen heren cost opten tolhuus eer hy
besyerre wart 8 wecken ad 1½ gulden valent 12 guldens
Summa istius lateris 48 gulden 15 gr. valent 20 sc. 72 gr.
fol 44r
Item den smit van Nymegen is men schuldich primo 300 lasnagel ad 14 gr. valent
42 gr.
Item 1200 doernagel ad 5 gr. valent 2 guldens 34 gr.
Item om een pyp aen enen byer trechter 8 gr.
Item om een yseren lamp te vermaken 4 gr.
Item om een paer valdgehenge 10 gr.
Item om enen drivoet toe vermaken 5 gr.
Item van enen yseren scotel totten avonden costen 25 gr.
Item van eenre bilen 8 gr.
Item van enen efger und een trecktang toe vermaken 5 gr.
Item noch om scerping 14 gr.
Summa simul 5 guldens 23 gr. valent 2 sc. 34 gr.a
folio 44v
Item des wonsdages in profesto Sancti Dionisii quam die
1 Het landsheerlijke kasteel van Hattem.
a Het bedrag van 5 guldens 23 gr. is nog eens herhaald in de rechterbovenhoek van de bladzijde.
rentmeister Johan Mynschart und Stephen Gruter toe Loebede des middages und
aten und droncken und reden nae eten toe Cleve und hadden toetsamen aen spisen
wiin und bier 3 guldens
Summa simul 3 guldens valent 1 sc. 28 gr.
fol 45r
Item gegeven Alof Hennensoen van beveel des rentmeisters als toe Hattem van 310
malder callicx ad 24 sc. valent 74 sc. 40 gr. gelresch, valent 173 guldens 24 gr.
Item gesant tot Hattem 200 boerd costen dat hondert 11 rynse guldens valent 22
rynse guldens valent 39 nye guldens 26 gr.
Item dese boerd costen te toll primo toe Soens1 2 nye guldens. Item ½ gulden toe
Roederoerd2, item toe Buderic3 2 guldens 16 gr.
Item gegeven enen knecht die reet van Loebede tot Keyserweerd om den kallic
vurscreven und voert toe Coelen um die die boerd had, verteert simul 6 guldens 3
gr.
Summa 224 guldens 3 gr. valent 96 sc. 3 gr.
fol 45v
Item noch aen den hoefd om 5 eycken pael van Wesel costen 6 gulden
Item om een heid daer men die pael meed in heidken van Nymegen aen den tolhuus
toe vueren und een peert dat se optoech costen simul 1 gulden 37½ gr.
Item meister Johan die tymmerman van Nymegen die die pael vurscreven in heiden
und een valbrugen maeckt aen den toern 14½ dach ad 11 gr. valent 3 guldens 27½
gr.
Item soe is meister Johan geweest in myns heren costs 17 dage ad 6 gr. valent 2
guldens 14 gr.
Item om holter totter bruggen gecoft tot Elten costen simul 4 guldens 22 gr.
Item gegeven een holtsnider van toe sniden die holter totten bruggen simul 14 gr.
Item noch om een tou totter heyen costen 1 gulden 28 gr.
Item gegeven Deric Bongart van tween dagen dat hi aen den hoefd arbeiden op
siins selves cost 16 gr.
1 Zons, ten noorden van Keulen, tol van de aartsbisschop van Keulen.
2 Ruhrort, tol van de graaf van Kleef.
3 Burik, tegenover Wesel, tol van de graaf van Kleef.
Item Johan van Brusel gegeven van tween dagen ad 8 gr. valent 16 gr.
Item Johan van der Riin van tween dagen gegeven 16 gr.
Summa simul 21 guldens 15 gr. valent 9 sc. 15 gr.
fol 46r
Item van den ryssen die tot Aernhem gevoert werden in mijns lieven heren hof.
Gegeven Stephen Sandacker van 4½ vym rys toe sniden ad 24 gr. valent 2 guldens
20 gr.
Item gegeven Deric Baers van 4 dagen die mitten ryssen voer om te laden unde
ontladen ad 8 gr. valent 32 gr.
Item Johan van Riin gegeven van 4 dagen ad 8 gr. valent 32 gr.
Item Johan van Brusel van 4 dagen ad 8 gr. valent 32 gr.
Item Riqwiin Stephens soen van 4 dagen gegeven 32 gr.
Item Wychman van sinen scheep und Mechtelt Bertelts van tween reysen die
vurscreven ryss meede toe vueren gegeven 1 gulden
Summa simul 6 guldens 16 gr. valent 2 sc. 72 gr.
fol 46v
Item gegeven den veren van Griethuessen post Omnium Sanctorum van dat si myns
heren vriend avervoerden toe Griethuessen 2 guldens 20 gr.
Item gegeven Mechtelt Bertels unde Wychman van dat si mijns heren vriend
avervoerden toe Griethuessen 22 gr.
Summa simul 2 guldens 42 gr. valent 1 sc. 26 gr.
fol 47r
Item gegeven om wintercledingen den tolner besiere scriver unde den gesind simul
115 guldens 30 gr. gelresch.
Summa simul 115 guldens 30 gr. valent 49 sc. 58 gr.
fol 47v
Item gesant toe Casteren1 des manendages nae onser liever Vrouwen dach
Purificationis bi Gedduden 3000 pricken costen
1Kaster, aan de Erft, ten Z.W. van Düsseldorf, residentie van de hertog van Gelre als hertog
van Gulik.
daer toe voeren ende mitten cop simul 54 gelresche guldens.
Item gegeven Gedduden die die vurscreven pricken coft gegeven toe loen und cost
3 guldens 22 gr.
Item daer is geweest Henric van Meerten ende des heren knecht van Blanckenhem
und Johannes Sondersorch en hebben gehadt 3 malder haveren ad 28 gr. valent 1
gulden 40 gr.
Item gegeven den monicken van Cleve een ton herincx tegen die vasten die myss
te doen pleecht opten tolhuus costen 6 guldens.
Item soe is Johan Meckinck geweest in myns heren cost opten tolhuus om te boeren
dat gelt van mynnen joncker van Borkel 10 wecken ad 1½ gulden valent 15 guldens
Item gegeven een knecht van dorsschen 1 gulden 8 gr.
Summa istius lateris 81 guldens 26 gr. valent 34 sc. 98 gr.
fol 48r
Item gegeven heren Gerit van Blanckenhem 60 old scild van manleen valent 140
guldens
Item van der cost opten tolhuus die Deric gedaen heeft van 49 wecken 282 sc. 68
gr. gelresch valent 659 guldens 24 gr.
Summa istius lateris 798 guldens 24 gr. valent 342 sc. 58 gelresch
fol 48v
Item des manendages nae Invocavit quam die rentmeister Herman van Steenre tolner
Johan die Gruter etcetera selve twintegen und bleven tent des wonsdages. En hadden
aen vissch 4 guldens 3 gr.
Item aen broed simul 1 gulden 23 gr.
Item een aem wiins 10 guldens
Item om ½ vat hoppen 22 gulden
Item om 4½ quarten olys ad 9 gr. valent 40½ gr.
Item om 250 herincx 1 gulden 22 gr.
Item om pond 10 gr.
Item om ½ loet saffraens 6 gr.
Item ½ lb. meels sukers 12 gr.
Item om een verdel lb. wickers 11 gr.
Item om 2½ lb. mandelen ad 6 gr. valent 15 gr.
Item 2 lb. waskeersen 36 gr.
Item 7 lb. ungelkeerssen ad 4 gr. valent 28 gr.
Item gegeven den gesind toe drinckgeeld 3 guldens
Summa 23 gulden 42½ gr. valent 10 sc. 26½ gr.
fol 49r
Item mynen lieven genedigen heren gesant als des dinsdages nae Quasimodo Geniti
94 sc. 46 gr. gelresch
Item gegeven Snelliken des donredages post Misericordiam Domini bi beveel
myns genedigen heren 8 sc.
Item ter selver tyt gegeven den here van Heynsberch van beveel myns genedigen
heren 100 nye guldens valent 42 sc. 88 gr. gelresch
Item noch gedaen mynen genedigen here des sonnendages Misericordia Domini
8 francken 6 peter 2 old scild valent 14 sc. 17 gr.
Item noch gedaen mijnen genedigen here in profesto Viti bi Hegman 25 nye guldens
valent 10 sc. 74 gr.
Item gedaen mynnen genedigen here van henxsten toe Nymegen 127 nye guldens
valent 54 sc. 61 gr.
Item gesant bi Eerntken Puls mynen genedigen here 100 rynse guldens valent 76
sc. 96 gr.
Item gegeven Johan Meckinc als van beveel myns genedigen heren 200 nye guldens
valent 85 sc. 74 gr.
Summa simul istius 387 sc. 40 gr. gelresch.
fol 49v
Item Deric Dericxsoen heeft gerekent tegen Henric van Martijn als van wegen des
rentmeisters van Paesschen tot onser liever Vrouwen dach Nativitas soe heeft die
rentmeister geboert van Deric vurscreven nae inhalt der scedelen simul 886 sc. 60
gr. gelresch.
Item gesant den rentmeister des dinsdages post Exaltacionem Sancte Crucis bi
Vedder simul 136 sc. 69 gr. gelresch
Item gesant den rentmeister bi Henric van Meertiin des saterdages nae sunte
Gallendach simul 86 sc. 77½ gr.
Item gesant den rentmeister in profesto Symonis et Jude bi Henric van Meertiin
simul 197 sc. 81 gr.
Item gesant den rentmeister in profesto Mathie bi Vedder simul 412 sc. 54 gr.
Item gesant den rentmeister des sonnendages Invocavit bi Vedder simul 144 sc.
96 gr.
Summa simul reddituarii 1996 sc. 23½ gr. gelresch
fol 50r
Item Johan Meckinc heeft geboert van Deric Dericxsoen tolner tot behoeft des
jonckeren Borckel en des rentmeisters van des sonnendages in die May tent des
sonnendages toe Prisce Virginis tegader 2106 sc. 61 gr. gelresch
Summa per se
Summa totalis van allen uytgeven Dericx Dericxsoens 5212 sc. 76 gr. gelresch 1
braspenninck.
Omnibus compensatis van deze rekenynge blyfft mijn here Derich schuldich 168
alde scilde 101 gr. gelresch 1 braspenninck ende dese scilde syn gerekent ad 104 gr.
hier aff sijn afgekort 100 scilde die Gerit ten Haige in sijnre voerrekenynge mynen
heren gerekent heeft. Soe blyfft dan mijn here Derich sculdich 68 scilde 101 gr. 4
braspenninck gelresch.
Facta fuit ista computatio in Gelre1 anno Domini millesimo quadragesimo quinto in
crastino Sancti Lamberti.
1 De tollenaar begaf zich om zijn verantwoording te doen naar het slot te Geldern.